Bij deze het tweede deel van mijn verslag van een bijeenkomst in Delft over buurtmoestuinen en stadslandbouw (voor deel 1 zie hier).
De rol van de overheid was bij Moe’s tuin heel terughoudend. In Parijs pakken ze het anders aan, zoals Jos Jonkhof liet zien in zijn presentatie van de Jardin Partagees: een door de gemeente zorgvuldig geregisseerde vorm van burgerparticipatie. Je kunt als burger een aanvraag doen voor een collectieve tuin op een tijdelijk braakliggend stuk grond in het centrum van Parijs. Je gaat dan een overeenkomst aan met de overheid waarin rechten en plichten van beide partijen duidelijk zijn vastgelegd. De burgers moeten een vereniging oprichten en verplichten zich tot een bepaalde mate van onderhoud en van openbaarheid (inclusief periodieke borrel voor de buurt). De overheid zet een hek eromheen en een informatiebord erbij. Het initiatief is redelijk succesvol met tientallen tuinen. De doelgroep lijkt hier de mondige Parijse binnenstedeling te zijn die een behoefte heeft aan groen op loopafstand. Interessant is het schijnbaar vanzelfsprekende karakter van tijdelijk gebruik van braakliggende grond zowel voor de overheid als voor de burger. Ondanks (sterk uiteenlopende) projecten als Tijdelijke natuur, Nu Hier en Moe’s tuin is gebruik van tijdelijke gronden nog helemaal niet zo vanzelfsprekend in Nederland.
De sociale rol van stadslandbouw 2 – Jardin Partagees
0
Delen