Stadslandbouw en de reguliere agrosector worden in het gangbare discours vaak tegenover elkaar gezet. In en om de stad zou slechts knuffel- of kabouterlandbouw plaatsvinden – het zou om niet meer gaan dan gerommel in tuintjes en op balkons zonder veel opbrengst behalve sociale samenhang en gezelligheid. De echte productie zou gebeuren op het platteland, op uitgestrekte akkers, in kassencomplexen en in nog te ontwikkelen agroparken. Op het symposium Ruimte voor Stadslandbouw in Rotterdam werd het perspectief juist omgedraaid door er vanuit te gaan dat stadslandbouw een aanvulling en verrijking kan zijn voor de reguliere land- en tuinbouwsector.
De sessie “Potenties van vormen van stadslandbouw voor de reguliere agrosector” bracht vertegenwoordigers uit land- en tuinbouw en het stedelijk veld samen om over dit thema van gedachten te wisselen. Op basis hiervan hebben Jan Willem van der Schans, Rien Bongers en ondergetekende een reflectief verslag geschreven waarin de conclusies uit het gesprek op prikkelende manier zijn vertaald in een zestal ‘onvermoede potenties’. De sessie en het verslag zijn tot stand gekomen met een financiële bijdrage van InnovatieNetwerk.
Download het reflectief verslag hier.
Lees ook “Leren van Rotterdam” van Hans Rutten (InnovatieNetwerk) over het symposium.