Stadslandbouw is van nature opportunistisch, in de zin dat het op zoek gaat naar onvermoede kansen en die aangrijpt. Op daken lijken de kansen voor stadslandbouw voor het oprapen te liggen, maar realisatie is minder eenvoudig dan het lijkt – in elk geval buiten de privesfeer. Dit jaar laat echter een kentering zien, met een aantal spraakmakende projecten, die ieder op hun manier nieuwe stappen nemen in de cultivatie van het daklandschap en in meer of mindere mate de professionalisering van de daktuinbouw dichterbij brengen.2012 zag de realisatie van de “eerste dakakker van Nederland” in Rotterdam en het “grootste urban-farmingdak van Europa” in Amsterdam, evenals een pop-up daktuin op een parkeergarage in Arnhem. Deze projecten bieden een inventarisatie van kansen voor stadslandbouw en mogelijkheden die in te vullen.
De Dakakker is gerealiseerd in de slipstream van de Architectuurbiennale deze zomer. In deze Biennale werd het stationsgebied als uitgangspunt genomen voor een stukje bottom-up stedenbouw onder leiding van ZUS met als centrum het Schieblock. Ook het idee voor een stadslandbouwdak waar het Rotterdams Milieu Centrum al langer mee rondliep kreeg hierin een plek. Financiering was lastig ondanks bijdragen van sponsors en kwam pas rond toen de Luchtsingel het stadsinitiatief won. Het resultaat heeft daardoor het karakter van een showcase; een uitsnede uit de werkelijkheid die laat zien hoe een dak als dit zou kunnen werken. Het mooie van dit stadslandbouwdak is dat het echt een laag aarde op een dak is; een opgetild stukje grond zoals voorbeelden als Brooklyn Grange en Eagle Street Rooftop Farm in de USA , en dat was nog niet vertoond in Nederland. Grappig detail is dat het toonaangevende Brooklyn Grange al gebruik maakte van het Nederlandse groendaksysteem van Optigroen dat hovenier Binder Groen voor de Dakakker heeft gebruikt, maar dat de nieuwswaarde hiervan pas tot de dakbedekkers van Optigroen lijkt te zijn doorgedrongen toen het ook in Nederland werd toegepast. Het teeltplan is ontworpen door de Dakboerin. Het plan heeft vanwege het vernieuwende karakter in de Nederlandse en Europese context terecht veel aandacht gehad. In drie tot vier weken op het dak gezet halverwege het voorjaar, met alle opstartproblemen van dien, heeft het na een zomer echter nog nauwelijks de tijd gehad (voor landbouwbegrippen) om zich te ontwikkelen, al werkt er inmiddels elke vrijdag een enthousiaste groep vrijwilligers en wordt wekelijks aan vier horeca-gelegenheden geleverd. De Biennale is voorbij en nu is het te hopen dat het de komende jaren kan blijven draaien als uitvalsbasis voor verdere ontwikkeling van een Rotterdams eetbaar daklandschap en als aansprekende verbeelding van de positieve effecten van eetbare groene daken voor de stad. Qua teelbaar oppervlak het grootste stadslandbouwdak, is de dakakker op het Schieblock is met zijn 700m2 (+ 300m2 kruidenwei voor de bijen) eigenlijk te klein voor een bedrijfsmatige exploitatie met landbouw als basis, maar het Rotterdams Milieu Centrum, mede-initiatiefnemer en beheerder van het dak, zoekt naar creatieve manieren om het dak te exploiteren en zo in stand te kunnen houden. Op dit moment wordt een educatief pakket ontwikkeld en wordt het opbouwtje op het dak als vergaderplek ingericht. Binnenkort gaan we op bezoek om meer te leren over de ervaringen van het afgelopen jaar.
Roofgarden Arhnem is een ‘per fiets verplaatsbare publieke tuin’, ‘die zelf alle benodigde energie opwekt’ en ‘waar voedsel wordt verbouwd en gegeten’; ‘een plek van ontspanning in de stad’. In juni is het dak van een parkeergarage een maand lang geleend en omgetoverd in een daktuin (met veel kunstgras, dat wel), waar allerlei organisaties die actief zijn met groen en eetbaar aan deelnamen en bij elkaar kwamen. Of er veel voedsel is verbouwd valt te betwijfelen, maar de hoeveelheid ‘dakmakkers’ suggereert dat er op sociaal vlak veel is bereikt. De website beloofd dat ze snel weer terug komen.
Het urban farming-dak op bedrijfsverzamelgebouw Zuidpark is ontstaan door de vastgoedcrisis. Het voormalige hoofdkantoor van V&D was een voorbeeld van een verouderd, onaantrekkelijk kantoorgebouw zoals er zoveel onverhuurbaar langs de snelweg staan. Maar eigenaar Jan Huijbrechts liet het hier niet bij zitten en besloot tot een grondige verbouwing en re-styling volgens de principes van ‘het nieuwe werken’. Hierin paste ook een door Biet & Boon ontworpen dakterras met teelt in bakken. Op de claim ‘grootste urban-farming dak van Europa’ valt daarom wel wat af te dingen; het effectieve teeltoppervlak is op zijn hoogst een tiende van de 3000 m2 die het dak groot is. Maar productie is hier ondergeschikt aan beleving en ontmoeting. Zuidpark cultiveert het contact tussen plant en mens – ook deze locatie is te huur – en heeft niet de pretentie een substantiele bijdrage aan de voedselproductie te leveren. In zichzelf niet erg vernieuwend, want de sociale waarde van stadslandbouw wordt wijd en zijd erkend en gemeenschapstuinen bloeien op de meest uiteenlopende plekken, maar dat het een middel is om je vastgoed mee te herwaarderen is nog niet eerder zo in de praktijk gebracht, en dat iemand met teeltkennis de daktuin ontwerpt en beheert (waardoor er een bijzondere varieteit aan gewassen wordt geteeld) is ook winst.
Het wachten is nu op de eerste winkelketen die een Dakstadslandbouwbedrijf in haar store-concept (en liefst meteen ook in haar bedrijfsvoering) integreert. Bijenkorf, waar blijft u? Bijenhouderij is misschien wel de succesvolste vorm van landbouw op daken. In Rotterdam bevinden zich op diverse daken bijen met de Dakakker en ‘Bijen op de bieb” als meest zichtbare voorbeelden, en ook Zuidpark heeft een bijenkorf op het dak.
En wanneer komt de eerste professionele kas op een dak? De aansprekende praktijkvoorbeelden uit Canada en de Verenigde Staten gecombineerd met recent gerealiseerde vernieuwingen als de energie-opwekkende kas en anaerobe vergisting van huishoudelijk afvalwater (ooit al eens verenigd in het project de Zonneterp) moeten toch een interessant, vernieuwend project op kunnen leveren – liefst ingezet in de renovering van de bestaande stad? Maar daarover een andere keer meer.
1 reactie
Een interessant artikel over de zoektocht naar een haalbare, winstgevende vorm van stadslandbouw op daken:
http://www2.macleans.ca/2012/10/18/the-farm-on-top-of-the-city/
met de hierboven aangehaalde voorbeelden Brooklyn Grange en LUFA farms.