Volkstuinen als bron van veerkracht

0

Laatst werd ik gevraagd de oogsttentoonstelling te openen van VTV (volkstuinvereniging) Blijdorp. Aanleiding voor een aantal overwegingen over de potentie van volkstuinen binnen de stadslandbouwbeweging. De oogst was wat tegengevallen door de vroege warmte en daaropvolgende koude in het voorjaar en de natte zomer, maar de uitstalling was prachtig. Al richt Eetbaar Rotterdam zich in eerste instantie op het stimuleren van professionele stadslandbouw, die professionele landbouw kan alleen ontstaan in een vruchtbare bodem – een lokale stadslandbouwcultuur – en de volkstuinen zijn natuurlijk van ouds her een plek waar de kunst van het telen van voedsel op kleine lapjes grond in en om de stad is beoefend en gekoesterd.

Als wordt gevraagd naar de potentiele bijdrage van stadslandbouw aan de voedselproductie wordt vaak verwezen naar Londen tijdens WO2 toen 80% van de groente die in Londen werd gegeten uit de stad kwam. Deze productie was alleen maar mogelijk omdat brede lagen van de bevolking de kennis hadden om te moestuinieren. Vanuit dat oogpunt dragen volkstuinen (en gemeenschapstuinen) bij aan de veerkracht van de stad. Ze vormen een bron van kennis die als de omstandigheden dit vragen breder ingezet kan worden.

Na een periode waarin de productieve kant van het volkstuinieren naar de achtergrond raakte, is nu een kentering gaande,  mede ingezet door een toenemende culturele diversiteit onder volkstuiniers, waarbij met name Rotterdammers met Turkse en Kaapverdiaanse achtergrond hun landbouwwortels niet verloochenen, en de komst van een jongere generatie veel mensen voor wie voedsel in de vorm van een moestuin of een bessenstruik een natuurlijk onderdeel van de moestuin is. Deze relatieve nieuwkomers treffen vaak nog een oudere generatie aan die al hun leven lang hun eigen groenten verbouwen en die nog veel teeltkennis hebben die bovendien is toegesneden op de specifieke groeiomstandigheden in de volkstuin.

Als ik kijk naar de oogst van VTV Blijdorp zie ik veel producten die ook in de supermarkt zijn te krijgen, maar ook groenten die niet zo maar beschikbaar zijn. Ook dit is een potentiele kracht van volkstuinen – een uiterst diverse verzameling van smaken biedt een diversiteit aan producten. Deze diversiteit biedt ook veerkracht. Hoe meer verschillende gewassen en teeltmethoden hoe beter verschillen in weersomstandigheden (slechte jaren of de groeiende extremen in weersomstandigheden ten gevolge van klimaatverandering) opgevangen kunnen worden. Deze kwaliteit kan nog meer ontwikkeld worden. Te denken valt aan kweek van meerjarige gewassen (zoals rabarber, maar ook veel onbekende(re) gewassen – zie bijvoorbeeld de – Engelstalige – boeken “A taste of the unexpected” of “How to grow perennial vegetables“) en het combineren van gewassen zowel in bedden als in een in lagen opgebouwd voedselbos (forest gardening). De experimenten en opgedane kennis in de volkstuin kunnen ook de basis vormen voor een stap richting ondernemerschap – zie voorgaande post over Stadslandbouw Schiebroek, waar een volkstuinier haar kennis mee de wijk in heeft genomen.

Delen

Over de Auteur

Laat een reactie achter