Hype of trend, zo luidde een aantal jaren geleden een niet onbelangrijke vraag over het verschijnsel stadslandbouw. Volgens de Rotterdamse onderzoeker Jan Willem van der Schans – en vele stadslandbouw-enthousiastelingen met hem – ging het toen al om een trend (zie bijv. Stedebouw en Architectuur, 2011- nr 12). Geen hype die snel weer overwaait dus maar een trend die nog wel even bij ons blijft.
Welaan, we zijn inmiddels zo’n 5 jaar verder. En de trend is onmiskenbaar daar. Om maar eens wat te noemen: Foodfestivals overspoelen de stad, meldde mijn krant niet zo heel lang geleden (NRC 6.5.2016). En: “Zij vertrouwen de supermarkt niet meer” stond er boven een artikel (NRC 9.6.2016) waarin aandacht voor de mensen uit Boxtel die onder de geuzennaam Herenboeren hun eigen boerderij, compleet met een boer in loondienst, begonnen. Wéér een clubje mensen dus dat ook van mening is dat het bestaande voedselsysteem niet deugt en naar oplossingen is gaan zoeken. “Doel is dat het eten lekker is en de bodem gezond blijft”. Hoe simpel kan het zijn. Problemen zijn er ook: de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) constateerde te magere kalfjes, ernstig genoeg, neem ik aan, maar ook… ontbrekende oormerken. En ja: die zijn verplicht. Maar misschien wat minder noodzakelijk bij dit nieuwe type boerderij?
En dan. Waren er bij die NVWA niet enorme problemen – onder meer als gevolg van bezuinigingen? Ja dus. Er is sprake van irritatie over een gehavende organisatie zoals de NRC (5.12.2015) het noemde. Mislukte reorganisaties, bezuinigingen, politieke druk…
De vorige staatssecretaris op economische zaken, Sharon Dijksma (PvdA) beloofde een verbeterplan voor de NVWA. Intussen ging Dijksma wat anders doen en werd zij opgevolgd door Martijn van Dam (PvdA). In een interview liet hìj onlangs weten dat Nederland af wil van de kern van het Europese landbouwbeleid, van de directe inkomenssteun voor boeren dus. De kop boven dit NRC-artikel (21.5.2016) zal in CDA-kringen als een bom zijn ingeslagen: Ik zit hier niet voor de boeren. Van Dam: “Het mooie aan deze portefeuille is dat het gaat om wat je gezond en gelukkig maakt: eten en groen”. We gaan het zien. Hij heeft nog een jaar of zo te gaan…
Herman Lelieveldt, auteur van de dit jaar verschenen studie De voedselparadox. De zoektocht naar beter eten (Amsterdam, Van Gennep) pleitte intussen voor een Minister van Voedsel (NRC 11.4.2016), en wel om een “integrale hervorming van ons voedselsysteem” door te kunnen voeren. De Wageningse hoogleraar bestuurskunde Karien Termeer is het daar niet zo maar mee eens. In een editorial in het alumni-blad WageningenWorld (2016/2, juni, voor een pdf-versie zie hier) pleitte zij onder de kop Holistisch Voedelbeleid voor een “bestuurlijke bypass buiten de ministeries om”, voor een netwerkorganisatie. Zij had daar een flink aantal bestuurskundige argumenten voor. Het goede nieuws is intussen denk ik vooral dat het besef dat er echt iets moet gebeuren groeiende is. Prof. Termeer ziet ook de urgentie, zo lijkt het: zij maakte namelijk, even terloops als terecht, een vergelijking met de aanpak van…. de Deltawerken!
Intussen is WageningenWorld een goed medium om op de hoogte te blijven van het onderzoek dat er aan ‘onze’ landbouwuniversiteit zo al wordt uitgevoerd . Zo stond er in het genoemde nummer ook een groot artikel over plastic. Wereldwijd komt er jaarlijks 8 miljard kilo (!!) plastic in het milieu terecht waarvan slechts een fractie – 250 miljoen kilo – kan worden teruggevonden. Daarmee is dat plastic uiteraard niet weg. Maritiem bioloog Jan Andries van Franeker: “(….) als de effecten echt dramatisch waren dan hadden we dat waarschijnlijk al gemerkt”…. Ik ben er wat minder gerust op.
Zoals bekend moppert ‘rechts’ doorgaans over te veel overheid. Amerikaanse voorbeelden uit de ICT-sector in Silicon Valley toonden echter aan dat het niet altijd private partijen zijn die kenniseconomieën vooruit helpen. De Groene kwam met een belangwekkend verhaal uit de food-sector: De juiste yoghurt. Over Danone en de ondernemende overheid dus (De Groene, 3.3.2016). Zie hier.
Het ambtenarenblad Binnenlands Bestuur (8.4.2016) meldde dat de overheden op lokaal niveau, gemeenten dus, intussen flink op groen aan het bezuinigen zijn. Ook op wegen trouwens. Voor dat eerste probleem is intussen een oplossing gevonden: burgerinitiatieven! Ik hoop hier binnenkort over te publiceren.
En ach, de gemeente Rotterdam is in 2015 qua bomen in ieder geval groener geworden, zo meldde de gemeente onlangs. Er werden vorig jaar 2153 nieuwe bomen geplant (Rotterdams Dagblad 11.5.2016). Wel benieuwd trouwens hoeveel van die nieuwe bomen voedselbomen waren…
Intussen wordt de vraag nogal eens gesteld of, en zo ja hoe en in hoeverre, stadslandbouw een bijdrage kan leveren aan dat zo noodzakelijk geachte nieuwe voedselsysteem. Het antwoord op die eerste vraag luidt zonder meer ja. Want zoveel is wel duidelijk: stadslandbouw draagt bij aan het voedselbewustzijn van de stedelijke bevolking . Maar zelfs (?) het LTO ziet ook kansen voor Nederlandse boeren. “Dichtbij de stad produceren is een trend” schreef Arno de Snoo bijvoorbeeld in het LTO-blad Nieuwe Oogst (19.3.2016): “De toenemende belangstelling voor lokale producten biedt kansen voor boeren en tuinders rond stedelijke gebieden”. Zijn conclusie staat in de kop: Stadslandbouw schuift naar buiten de stad.
En stadslandbouw in kantoorpanden dan? Wagenings onderzoek zou hebben aangetoond dat dat te duur is… Zie Janneke Spruijt, Jan-Eelco Jansma e.a. in hun rapport Stadslandbouw in kantoorpanden. Optie of utopie? (Wageningen UR, 2015). Hier te downloaden.
Intussen ging in Den Haag, op het dak van een voormalig Philips-gebouw de grootste stadsboerderij van Europa van start, zo berichtte Trouw (23.9.2015). 1200 m² kas en 370 m² viskwekerij. De kosten: € 2,5 miljoen.
Viskwekerij? Aquaponics dus. Van vissenpoep naar plant, zoals Kooyman deze techniek in een nogal basaal artikel samenvatte (NRC 21.5.2016). In de lifestyle-bijlage Lux, dat dan weer wel.
Ook aandacht voor voedsel in het Rotterdamse Maritiem Museum. Daar is tot februari 2017 de tentoonstelling De wereld op je bord te zien. Een waarschuwing vooraf: je wordt daar, zoals in heel veel musea waar de educatieve afdeling te veel macht kreeg, op kleuterniveau aangesproken. De meeste groenten komen meer dan de helft van het jaar per schip uit het buitenland, meldt ook de website van het museum: trots, ben ik bang.
En: was Nederland niet vooral ook de tweede voedsel-exporteur ter wereld?
Toch is de tentoonstelling zeker ook kritisch. Zo is er een aantal afleveringen van het tv-programma Keuringsdienst van Waarde te zien. Journalist Karel Berkhout viel in een stukje (NRC 21.5.2016) zeer terecht over een getoonde raciale stereotype: die donkere man, met een tros bananen….
In het Rotterdamse Wereldmuseum is intussen een belangrijke Afrika-tentoonstelling te zien. Aandacht voor het ontstaan van de Afrika-collectie van het Wereldmuseum en voor de Rotterdamse betrokkenheid bij de handel in slaven. Maar ook aandacht voor de Afrikaanse Rotterdammers van nu. En voor hun eetculturen. Iets voor het ‘bedrijfsuitje’ van het Maritiem Museum, lijkt me zo!
Nooit gedacht het nog eens over de Prince de Lignac te hebben – en zeker niet op deze plek. Hoe dan ook: we hebben het over de Rotterdammer Bram van Leeuwen (1918 – 2001) die een vermogen vergaarde met het Nederlandse Taleninstituut en uitgeverij Lekturama. En ja, er kwam de titel Prins en een Van Leeuwen Van Lignac Stichting sponsorde de uitgave van een heuse Foodkrant. Die was verkrijgbaar bij de Fenix Food Factory en bij de – intussen geprivatiseerde – bieb aan de Binnenrotte waar ik ‘m oppikte. Sympathiek. Het gaat over Weet wat je eet en Doe de wereld een plezier; eet meer plant en minder dier. Misschien dat een enkeling dit aan zag komen – na lezing van Lignac’s mij verder onbekende boekje Wat eet een miljonair? (Naarden 1999) bijvoorbeeld? Hoe dan ook een prima krantje dat slechts een pilot blijkt voor een landelijke editie die uitkomt rond Wereldvoedseldag, op 16 oktober 2016 dus. We zijn benieuwd.
The New Yorker. Misschien wel het beste weekblad ter wereld. En ja, New Yorkers hebben wat met eten. Niet omdat ze koken, menig appartement heeft no kitchen. Omdat ze niet koken dus. Maar wel hoog zijn opgeleid.
Jaarlijks verschijnt er dus, zo eind november, begin december een Food Issue van The New Yorker. In de laatste aflevering daarvan (Nov. 2, 2015) bijvoorbeeld een fraai stuk van Michael Specter over hoe fast food gezonder gemaakt zou kunnen worden, onder de titel Free from fries. Onlangs verraste het blad echter met een themanummer over Food & Travel (April 4, 2016). Daarin onder meer een mooi verhaal over een “food-and-booze fest” in Parijs (Lauren Collins, Come to the fair) en een stuk over Claus Meyer – de man achter het roemruchte restaurant Noma in Kopenhagen – en zijn nieuwe initiatief in La Paz, Bolivia. The tasting-menu initiative heet het artikel van Carolyn Kormann waarin de vraag Kunnen de armen wat hebben aan een restaurant voor de rijken? centraal staat. Het antwoord ? De SLT-redactie is eigenlijk vooral benieuwd naar de ervaringen, naar het antwoord van de mensen van Hotspot Hutspot.
En ja: in de VS is er een mogelijkheid gecreëerd waardoor ook minder bemiddelde mensen – met name die mensen die gebruik maken van food stamps – inkopen kunnen doen op farmers’ markets – zoals die op het New Yorkse Union Square – voorzien van een Gandhi-standbeeld trouwens. Als er iemand is die weet hoe dat werkt: ik hoor het graag via onderstaand e-mail-adres.
Bladeren vroeg zich af: zou het blad Vork nog bestaan? Een kaartje naar de uitgever en ik ontving ik om de een of andere reden niet het gevraagde laatste nummer, maar 4 “oude” nummers van dit mooie blad waarvan in 2014 het eerste nummer verscheen. Het goede nieuws is in ieder geval: Vork bestaat nog! Gelukkig want het blad heeft een prima missie: prikken in de voedselketen. Het is een mooi blad, maar is zeker ook kritisch en tegendraads. Twee koppen uit het nummer van december 2014 maken dat duidelijk : Milieubeweging failliet en Voedelsysteem moet kantelen. Verder in dat nummer ook een belangwekkend artikel van filosoof Michiel Korthals over de ethische grenzen die er gesteld zouden moeten worden aan de industriële benadering van landbouw en voedsel. Die ex-Wageningse filosoof Korthals, hij is inmiddels met pensioen, schreef trouwens ooit een nog altijd uiterst belangrijke recensie van Louise Fresco’s Hamburger-boek, dat je hier kunt vinden. In het Vork-nummer dat in juni 2015 verscheen (Vork 2:2, pp. 22 ev) een artikel over de misverstanden tussen stad en platteland: stedelijk hoongelach voor boeren die oprecht iets aan het dierenwelzijn proberen te doen en meewarig gegniffel bij boeren over het doorsnee stadslandbouwproject.. Een Vork-abonnement kost zo’n €50 per jaar. Je kunt ook een gratis proefnummer aanvragen. Zie http://www.vork.org/vork-ontvangen/
Ik begon met de trend. Ik sluit er ook mee af. Speciaalzaak bloeit weer op, meldde het Rotterdams Dagblad (18.6.2016). Speciaalzaken winnen dus terrein op supermarkten, zo blijkt inderdaad uit cijfers van de bank waarop dit berichtje gebaseerd was. Zie hier.
Reacties en suggesties gaarne naar ceesbronsveld@post.com