Door Cees Bronsveld
Zoveel is duidelijk: stadslandbouw is méér dan groente verbouwen in de stad. Stadslandbouw kan, als nieuwe sociale beweging, bijdragen aan rechtvaardigere en duurzamere steden. De Amerikaanse sociologen Kristin Reynolds en Nevin Cohen – de laatste was trouwens ooit te gast bij Eetbaar Rotterdam – besteden aan dergelijke sociale en politieke aspecten van de stadslandbouw ruimschoots aandacht in hun studie Beyond the kale, met de veelzeggende ondertitel Urban agriculture and social justice activism in New York City. Over dat beyond the kale is veel te zeggen, maar als je weet dat kale verwant aan het Nederlandse kool èn dat die titel ook een woordspeling is op beyond the pale: zowel verwijzend naar iets ongepast als iets met kleur – weet je even genoeg.
De auteurs erkennen en onderstrepen de sociale en politieke aspecten van stadslandbouw, illustreren deze ook aan de hand van New Yorkse voorbeelden maar wijzen vooral op de grote onderlinge verschillen.
Zo abonneerde ook ik mij ooit op de nieuwsbrief van Edible Manhattan. Dan krijg je dus uitnodigingen voor evenementen als de presentatie van een nieuw wodka-merk – op een hippe foodies-tuin, ergens op Manhattan. Zo’n evenement is onderdeel van een wat ander verhaal dan dat over de community gardens in armere Newyorkse wijken, zoals de Bronx of Brooklyn, alwaar afro-americans groenten verbouwen – om überhaupt aan goed voedsel te kunnen komen.
De beeldvorming van het verschijnsel stadslandbouw in een stad als New York City is erg belangrijk, stellen Reynolds en Cohen dan ook terecht. Daarom in hun Beyond the kale veel aandacht voor de strijd van vrouwen en people of color voor sociale rechtvaardigheid. De studie biedt uiterst informatieve hoofdstukken over het reilen en zeilen van een aantal initiatieven in de stad, zoals de Taqwa Community Farm in de South Bronx, de Hattie Carthan Community Garden in Brooklyn en La Finca del Sur, eveneeens in de South Bronx. Ook wordt er gewezen op het belang van netwerken als de Friends of Brook Park en de New York City Community Garden Garden Coalition. Ook niet onbelangrijk voor de politieke geïnspireerde tuinen: als de daar actieve stadslandbouwers weten waar activisten uit andere social-justice oriented groeperingen zo al mee bezig zijn!
Het interessantst vond ik intussen hoofdstuk 7, Rethinking scholarship to advance social justice – over de steun die sociaal-wetenschappelijk onderzoek eventueel aan dergelijke bewegingen kan bieden. Die steun is volgens de auteurs namelijk geenszins vanzelfsprekend, en ja: zo is het maar net. De student ontwikkelingssociologie in mij herinnert zich bijvoorbeeld de “kritische” analyses van boerenbewegingen in Latijns-Amerika. Hoe zinvoller hun strijd door westerse sociologen werd ingeschat en hoe beter die door hen werden geanalyseerd, hoe beter de machthebbers in Latijns-Amerika wisten dàt ze die boerenbewegingen moeten bestrijden en vooal ook nog eens hoe!
Dit gezegd hebbende besef ook ik hoe groot de verschillen tussen New York en bijvoorbeed Rotterdam zijn! Toch is het leerzaam om kennis te nemen van het New Yorkse activisme, denk ik.
Vermeldenswaard is verder de melding dat mensen die zijn aangewezen op foodstamps (voedselbonnen) – een groep die min of meer vergelijkbaar is met de Nederlandse bijstandsgerechtigden – in de VS toegang kregen tot het aanbod op boerenmarkten (farmers’ markets) in de stad. De Amerikaanse federale overheid schiet namelijk via de zogenaamde SNAP-regeling “het bedrag ineens” dat klanten voor een groente-abonnement moeten betalen voor! (www.fns.usda.gov)
Zou de Rotterdamse sociale dienst niet iets dergelijks kunnen regelen voor Rotterdamse uitkeringsgerechtigden? Dat zou mooi zijn: het zou ook de Rotterdamse stadslandbouwers – de zzp-ers èn de activisten – wellicht een eind vooruit kunnen helpen !?
Kristin Reynolds en Nevin Cohen, Beyond the kale. Urban agriculture and social justice activism in New York City, Athens GA (University of Geogia Press), 2016, 190 pp., ca. € 28,00