Wijktuinen op de Politieke Agenda

0

Het belang van de initiatiefnotitie van ChristenUnie-SGP

Duurzame toekomst voor Rotterdamse wijktuinen

De toekomst van veel wijktuinen in Rotterdam is onzeker. Mark de Boer, Rotterdams burgerraadslid voor de ChristenUnie-SGP, heeft op 8 juni 2016 een initiatiefnotitie ingediend bij wethouder Eerdmans: ‘Duurzame Toekomst voor Rotterdamse Wijktuinen’. Daarin pleit hij voor gemeentelijke steun aan de vele wijktuinen die Rotterdam rijk is. Wat houdt deze notitie in? En wat is het belang ervan voor de stadslandbouwbeweging in Rotterdam?

Blijft onze tuin bestaan?

De afgelopen zeven jaar kent Rotterdam een enorme groei in stadslandbouwprojecten. Naast de grotere initiatieven zoals Uit je Eigen Stad, zijn er ook veel kleine en middelgrote initiatieven ontstaan, waaronder een niet meer bij te houden hoeveelheid aan buurtmoestuinen. Maar verschillende van die tuinen, zoals de Carnissetuin, zijn ook al weer verdwenen. En inderdaad, zoals De Boer in de notitie aan Eerdmans stelt ‘vrijwel overal is de toekomst onzeker: “blijft onze tuin bestaan?”’

De Boer wijst op het ‘probleem’ van het aantrekken van de economie. Omdat projectontwikkelaars hun plannen van voor de crisis weer gaan uitvoeren, kunnen tuinen op braakliggende terreinen niet meer blijven bestaan. Volgens onderzoek van De Boer zullen ‘tientallen’ tuinen de komende jaren moeten plaatsmaken voor bouwprojecten.

Radicale opties

Hoe zou gemeentelijke steun er volgens de CU-SGP uit kunnen zien? De Boer wil open staan voor radicale opties. In de notitie valt hij met de deur in huis door te opperen dat in wijken met weinig groen sommige bouwplannen misschien een halt toegeroepen moeten worden. Die plekken zouden dan een groenbestemming moeten krijgen. Direct wijst hij er ook op dat dat maar zelden een realistische optie is. Het is namelijk heel erg duur. Door de bestemming op die manier te veranderen verliest het land economische waarde. En op papier is dat een groot financieel verlies op de balans van de gemeente. Waar deze optie niet mogelijk is, zal de gemeente moeten meehelpen bij het realiseren van alternatieve locaties voor de tuinen. De Boer: ‘Laten we zorgen dat alle energie die in de wijktuinen zit niet verloren gaat, maar dat we ons inzetten voor een duurzame verankering in de wijk.’

Aanbevelingen

In de notitie worden enkele aanbevelingen gedaan voor het college van B&W en de gemeenteraad om ‘serieuze stappen te zetten’:

  1. Formuleer een visie over het belang van groene voorzieningen in de wijk en over hoe wijktuinen in de toekomst ondersteund kunnen worden.
  2. Bewoners en kartrekkers zouden daarbij betrokken moeten worden.
  3. Maak een inventarisatie van geschikte locaties voor nieuwe projecten
  4. Maak die inventarisatie beschikbaar voor bewoners.
  5. Ga het gesprek aan met woningbouwcorporaties over het transformeren van geschikte terreinen.
  6. Formuleer in samenspraak met initiatiefnemers en gebiedscommissies een visie over zelfbeheer van openbaar groen.
  7. Start twee pilots om kansen en bedreigingen van zelfbeheer in kaart te brengen.
  8. Maak een plan van aanpak voor scholen die meer willen doen met natuureducatie op tuinen (CU-SGP: Duurzame Toekomst voor Rotterdamse Wijktuinen)

Wordt hier niet al lang aan gewerkt?!

De notitie gaat niet alleen over buurtmoestuinen waar voedsel verbouwd wordt, maar ook over siertuinen en speeltuinen. Maar de buurtmoestuinen spelen een belangrijke rol in de notitie. Wat is het belang van deze notitie voor stadslandbouw in Rotterdam?

Een eerste indruk kan zijn: ‘er zijn toch al zoveel mensen de afgelopen jaren bezig geweest om voor elkaar te krijgen wat de notitie aanbeveelt?!’ Zeker op het gebied van stadslandbouw. Denk nog maar eens aan de visie ‘Food and the City’, in 2012 opgesteld door Stadsontwikkeling in samenwerking met de gemeentelijke Denktank Stadslandbouw, waarin ook buurttuinen een rol speelden. Er is veel bereikt door verschillende ambtenaren met hart voor de zaak in samenwerking met initiatieven van onderop. En er zijn recentelijk nog twee beleidsnotities gemaakt die zich vanuit verschillende beleidsterreinen uitspreken over (onder meer) stadslandbouw. Deze notities zullen later dit jaar in het Stadslandbouwtijdschrift worden besproken.

Op de politieke agenda

Toch is de oproep van CU-SGP belangrijk. Ten eerste is de inzet van de vele initiatiefnemers in de Rotterdamse wijktuinen en van de verschillende ambtenaren bij de verschillende gemeentelijke afdelingen, versnipperd. Niet alleen weten kartrekkers elkaar soms maar moeilijk te vinden om gezamenlijk tot een visie te komen. De versnippering van de gemeentelijke afdelingen maakt het erg moeilijk om steun te verwerven voor de multifunctionele wijktuinen. Het is belangrijk dat al deze partijen met elkaar in gesprek gaan om één visie te formuleren die al deze verschillen kan overbruggen.

Daarnaast is het belangrijk dat dit een politiek gedragen gesprek wordt. Hoe belangrijk, oprecht en geëngageerd het werk van sommige ambtenaren in de voorhoede ook is. Uiteindelijk zou er een maatschappelijk breed democratisch gedragen visie en plan ontwikkeld moeten worden. Dan is het niet meer afhankelijk van de welwillendheid (of willekeur?) van een ambtenaar of een initiatief ondersteund wordt of niet. Om dat te bereiken behoort de steun aan stadslandbouwprojecten zoals de vele buurtmoestuinen in Rotterdam thuis in het politieke en democratische orgaan van de stad, niet alleen in het ambtenarenapparaat. En dat is het hoofddoel van de notitie. ‘De ChristenUnie-SGP hoopt dat de aanbevelingen uit deze notitie het startsein vormen voor een politieke discussie over de rol en het belang van de Rotterdamse wijktuinen.’ Dit is het belang van de notitie.

Omdat ik het niet laten kan…

Valt er dan niks aan te merken op de notitie? Zeker wel! Maar dan ga je je al mengen in dat politieke gesprek en ga je een aantal vragen invullen die de notitie opzettelijk openlaat. Dat doen we dus nog maar even niet…

…nou vooruit, omdat ik het niet laten kan: Zo zijn er heel veel meer terreinen waarop wijktuinen (en dan heb ik het met name ook over buurtmoestuinen) een bijdrage leveren aan de samenleving. Wijktuinen draaien niet alleen om het groen en de sociale cohesie, maar, om er nog een paar te nomen, ook om geestelijke en fysieke gezondheid, ecologisch bewustzijn, economische groei en werkgelegenheid, armoedebestrijding, veiligheid en misschien zelfs zingeving en politieke ontwikkeling.

Ook zijn er veel meer en misschien wel urgentere manieren te bedenken waarop buurtmoestuinen gemeentelijke steun nodig hebben. Veel tuinen kunnen al die functies vervullen omdat er betaalde professionals werken die één voor één de financiële middelen niet meer rond krijgen. Misschien zou er meer financiële steun nodig zijn dan alleen wat gereedschap en een schuurtje om het rijke maatschappelijke potentieel van de vele wijktuinen volop te benutten. En zo zijn er waarschijnlijk nog veel meer onderwerpen waarover veel meer te zeggen valt dan mogelijkerwijs in een notitie te verwerken is. Maar, zoals ik al zei, dit zijn aspecten die wel naar boven zullen komen in het politieke debat. En het is van grote waarde dat de ChristenUnie-SGP daartoe oproept.

Beweging

Wat kunnen we van de notitie verwachten? Geen directe actie. Het staat op de politieke agenda. En verder is het natuurlijk ook een statement van commitment van de ChristenUnie-SGP, bijvoorbeeld om met Rotterdammers zelf te kijken naar oplossingen. Zo wil de ChristenUnie-SGP daar waar behoefte is ‘bewoners helpen om op nog veel meer plekken groene wijkvoorzieningen aan te leggen.’

De Notitie is op dit moment (oktober 2016) nog niet beantwoord door Eerdmans. Een verwachte vervolgstap kan zijn dat de gemeente gaat samenwerken met initiatieven om te komen tot een visie. Misschien dat het concreet leidt tot het steunen van enkele pilot-projecten, als de gemeente daar niet al mee bezig is. Maar voordat we grootschalige concrete gemeentelijke actie kunnen verwachten waar een groot aantal wijktuinen wat aan heeft, zijn we waarschijnlijk wel weer een jaar of meer verder. Het is de vraag of de meeste initiatieven daarop kunnen wachten. Misschien moet de Rotterdamse Stadslandbouwbeweging zelf dit proces versnellen. Bijvoorbeeld door niet te wachten maar zelf en gezamenlijk het initiatief te nemen om het gesprek aan te gaan.

 

Delen

Over de Auteur

Gesloten voor reacties