Komende maand wordt na een zevenjarig bestaan de vereniging Eetbaar Rotterdam opgeheven. De opheffing markeert het einde van een tijdperk, dat begon met de oprichting van de expertisegroep Eetbaar Rotterdam in 2007. Deze (zelfbenoemde) expertisegroep ontstond als collectief van betrokken Rotterdamse burgers die zowel persoonlijk als professioneel geïnteresseerd raakten in stadslandbouw. We stelden onszelf de vraag: wat zou stadslandbouw voor een stad als Rotterdam kunnen betekenen? Als ‘intellectuelen van de stadslandbouw’ hadden we in die beginjaren een belangrijke rol in het agenderen van stadslandbouw in Rotterdam en in Nederland. Ook speelde Eetbaar Rotterdam een grote rol in het verzamelen en spreiden van kennis over dit toentertijd nieuwe begrip middels onderzoek, lezingen (o.a. van Growing Power’s Will Allen) en activiteiten. Ze stond aan het zaaibed van initiatieven als Uit Je Eigen Stad en Rotterdamse Munt.
In 2010 werd besloten om de kring te verbreden en daarmee het draagvlak voor de stadslandbouwagenda van Eetbaar Rotterdam te vergroten. Als vereniging wilden we iedereen met interesse in stadslandbouw verenigen rond een lokale stadslandbouwcultuur; een gemeenschap waarin een brede groep burgers en professionals kennis en kunde ontwikkelen op het gebied van voedsel telen in de stad (en alle sociale, culturele, milieutechnische en ecologische waarde die dit heeft). Professionele stadslandbouw – betaalde stadsboeren – dienden in onze visie hierbij als aanjager (zie Visie van de vereniging (2010)).
Onder de vlag van de vereniging zijn gedenkwaardige evenementen georganiseerd als het ERFF (Eetbaar Rotterdam Film Festival in 2011 – zie hier voor het programma met links naar filmpjes etc.), het symposium Ruimte voor Stadslandbouw in Rotterdam, de expertmeeting Het rendement van Stadslandbouw en vijf edities van ERGroeit. Ook zijn er met regelmaat borrels op locatie georganiseerd (zie bijvoorbeeld dit verslag). Meer recent was Eetbaar Rotterdam medeverantwoordelijk voor de lezing van The Plant’s John Edel in Rotterdam.
Als vereniging heeft Eetbaar Rotterdam echter nooit goed gefunctioneerd. De redenen daarvoor zijn divers, maar achteraf kan gesteld worden dat de verenigingsvorm niet paste bij de manier waarop Eetbaar Rotterdam opereerde. Als informeel netwerk had en heeft Eetbaar Rotterdam echter een belangrijke rol. Zelf denk ik ook dat de kracht van ER zat in het ongrijpbare karakter (was het nu een burgerinitiatief, een professionele expertisegroep of een belangenorganisatie)? Hoe dan ook werd de verenigingsstructuur met alle administratie in de loop van de jaren steeds meer een last. Daarom trekken we nu de formele, en ietwat knellende jas van de vereniging uit. Het festival ERGroeit zal wel blijven bestaan, onder een andere paraplu en mogelijk onder een andere naam. De website eetbaarrotterdam.nl is inmiddels het thuis van het Stadslandbouwtijdschrift.
Ondertussen bloeien in het netwerk allerlei initiatieven die willen verbinden. Initiatieven met frisse energie en een eigen insteek. Voor een andere organisatievorm, zoals een coöperatie of een stichting is vanuit Eetbaar Rotterdam op dit moment geen trekker. Maar samenwerkingsinitiatieven als Groene Groeiplekken en Groen010 zijn in ontwikkeling. Daarnaast zijn er ook veel zelfstandige initiatieven die op hun eigen voorwaarden verbindingen maken als Creatief Beheer, Hotspot Hutspot, Dakakker en Uit Je Eigen Stad. Vorig jaar was qua stadslandbouw een rustig jaar. Zie het Jaaroverzicht 2015 en het leest als een verslag van afgelopen jaar (of ligt dat aan mij?). Maar de stadslandbouwbeweging is met alle genoemde initiatieven nog alive and kicking en krijgt door projecten als BlueCity010 weer een nieuwe impuls. Ik zie daarom de toekomst van ‘Eetbaar Rotterdam’ met vertrouwen tegemoet. En wie weet wordt in die toekomst de naam wel weer eens uit de mottenballen gehaald voor een nieuwe overkoepelende organisatie.
Paul de Graaf is redactielid van Stadslandbouwtijdschrift, mede-oprichter van Eetbaar Rotterdam en voormalig bestuurslid en voorzitter (2010-2014) van de vereniging.