Bladeren 6

0

Sociale innovatie in de praktijk, zo heet een nieuwe bundel samengesteld door drie docenten aan de Rotterdamse Hogeschool InHolland: Philip Marcel Karré, Hans Dagevos en Guido Walraven. In de bundel gaat men, zo beloofde de ondertitel, op zoek naar “nieuwe antwoorden op maatschappelijke vraagstukken”. In de inleiding blijkt intussen vooral dat innovatie een erg lastig concept is. En dus zijn er vele definities en invullingen voor handen – zie met name de, jawel, hilarische blz. 4 in deze bundel.

Hans Dagevos – als ‘consumptiesocioloog’ tevens werkzaam aan de Wageningse WUR – schreef de nuttige bijdrage Sociale innovatie: sociologische traditie en voedseltransitie. Een ander hoofdstuk dat hier gesignaleerd moet worden is dat waarvoor van Alfons Fremin, Sandra Geelhoed en Rob Gründemann tekenden: Sociale innovatie als voortdurend proces. Hierin wordt het brede Utrechtse zorg/woon-project ’t Groene Sticht vergeleken met het, eveneens Utrechtse, stadslandbouwproject De Volle Grond. Leerzaam! (Van Gorcum (Assen), 193 blz., € 26,95).

Het leukste boek dat recent het licht zag is dacht ik Het Rotterdamse Dakenboek. Al was het maar om trots te worden van “de highlights van Rotterdamse daken”. Laat ik daar een Wist jij het? van maken…
(1) Het beste dak van Nederland 2017? (2) Het grootste renovatiegroendak van Europa? (3) Het grootste stadslandbouwdak van Europa? (4) Het langste dak van Nederland? (5) Het grootste dakpark van Europa? (6) Het eerste interactieve slimdak van Europa? (7) De eerste rooftopbar van Rotterdam? (8) De hoogste zonnepanelen van Nederland? (9) De grootste daktuin van Nederland? (10) Een gebruikersdak op het grootste bedrijfsverzamelgebouw van Nederland? Tot slot: (11) Het grootste stationszonnepanelendak van Europa?

De antwoorden. Bij (1) gaat het uiteraard over het Schieblock. Toch jammer dat ze met die rare tv-reclame meededen… Ze kregen er ook nog eens erg weinig geld voor van die foute Britse brillenboer, begreep ik. Bij (2) blijkt het om Het Alexandrium te gaan, bij (3) gelukkig om de Dakakker. Bij (4) gaat het uiteraard om de Hofbogen. Ik kocht daar niet zo lang geleden voor een prikkie een prachtig boekje over: Toekomstvisie De Hofbogen. Dat boekje is overigens ook digitaal beschikbaar, zie hier.
Het Dakpark (5) is nog altijd het grootste dakpark van Europa (niet ter wereld ??) en bij (6)kunnen we uiteraard alleen het Slimdak goed rekenen. De eerste Nederlandse rooftopbar kreeg de ongetwijfeld grappig bedoelde naam (7) The Suicide Club en de hoogste zonnepanelen staan (8) op de First Rotterdam. Op (9) de EUR bevindt zich de grootste daktuin van Nederland. En bij de laatste twee ging het over nieuwe buren: (10) het Groothandelsgebouw en (11) het nieuwe Rotterdam Centraal.
Kortom, een prachtboek.

Intussen heb ik mij als bewoner van de wijk De Esch behoorlijk kwaad gemaakt over de lof die er in dit boek is voor nieuwbouw van de baggeraars van Van Oord aan de Nesserdijk. Het dak zou zo mooi zijn voor de automobilisten die over de Van Brieneroordbrug rijden !? Nooit wat van gemerkt eerlijk gezegd. Maar bovendien: kijk ook eens onder dat dak. De lelijkste nieuwbouw van de laatste 10 jaar in Rotterdam! Waarom nieuwbouw? Het aanpalende bedrijvenpark Rivium staat leeg. En waarom dáár? Dit wanstaltige gebouw verziekte 200 meter van een tot voor kort prachtige dijk. Bovendien ontneemt het gebouw wandelaars en fietsers het zicht op de rivier en de indrukwekkende (!!) Van Brieneroordbrug. In plaats daarvan een spuuglelijk gebouw en heel veel parkeerplaatsen. Als je dan ook nog eens bedenkt dat van Oord zijn centjes verdient met het uitvoeren van megalomane projecten in dubieuze golfstaten. Om van uit je dak te gaan dus. (Esther Wienese, Het Rotterdamse Dakenboek. Nieuw gebruik van dak en stad, Rotterdam (nai010), 214 blz., € 39,95).

In het Stadslandbouwtijdschrift wordt binnenkort in de boekenrubriek de recent verschenen studie van de Engelse econome Kate Raworth besproken. Bladeren meldt alvast het verschijnen van de Nederlandse vertaling van dat boek: Donut Economie. In zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw (Amsterdam (Nieuw Amsterdam), 352 blz., € 24,99). Er was – terecht – veel belangstelling voor dit boek en de auteur. Het eerste artikel dat ik zag was in Trouw: “De nieuwe economie ziet er uit als een donut” (16.12.2917). Slechte kop dacht ik nog. Het zou toch beter zijn als de oude economie er uit zag als een donut: vet, vies & vreselijk. Maar gelukkig…. “We moeten afstappen van eindeloze groei” stond er een ruime maand later boven een interview met Raworth in de NRC (23.1.2018). Er kwam aandacht in Tegenlicht op tv, en een artikel in de vpro-gids.

De donut als metafoor blijkt intussen de weg naar ontwerpend Nederland al gevonden te hebben. De notie is bijvoorbeeld te vinden in de door Tijs van den Boomen e.a. samengestelde en recent verschenen Trancity-uitgave Stedelijke vraagstukken, veerkrachtige oplossingen. Ontwerpend onderzoek voor de toekomst van stedelijke regio’s. Een boek waarin 11 auteurs in drie hoofdstukken de vragen Wat, Hoe en Wie pogen te beantwoorden: Wat is gezonde stedelijkheid? Wie, ofwel welke partijen heb je nodig om gezonde stedelijkheid te realiseren? En hoe doe je ontwerpend onderzoek? Het boek biedt daartoe korte, interessante case-studies die ook los van context en analyses zeer de moeite zijn (Trancity, 320 pp. € 27,50).

Ex-PvdA-staatssecretaris Willem Vermeend en collega-Telegraaf-columnist Ruud Koornstra schreven ook over de noodzaak van een nieuwe economie. Die moet Slim en Groen zijn, aldus de titel van hun boekje. Dat boekje biedt evenwel niks nieuws, niks schokkends. Zonde van de bomen dus! De auteurs verwachten veel van start-ups, vanwege de nieuwe ideeën. Volgens EUR-transitie-hoogleraar Jan Rotmans (Trouw 15.7.2017) is het veel realistischer om te proberen om de grote spelers van deze wereld om te krijgen. In de praktijk is dat verschil niet zo groot ben ik bang. Serieuze start-ups worden door de Unilevers van deze wereld immers doodleuk opgekocht (Willem Vermeend en Ruud Koornstra, Slim en Groen, Den Haag (Einstein Books), 162 blz., ca. € 17,50).
Intussen raakte Vermeend en een andere coauteur in opspraak naar aanleiding van een boekje over cybercrime. Dat verbaasde mij niet…

Stadsnatuur maken is de titel van een prachtboek. Het heet ook Making urban nature en is dus tweetalig. Ik ben daar meestal niet zo voor. De drie samenstellers wilden echter een voorbeeldboek maken voor natuur-inclusief ontwerpen in de Noordwest Europese stad. Dan helpt die tweetaligheid uiteraard. Een van de drie samenstellers is de Rotterdamse stadsecoloog Niels de Zwarte. En die had lange tijd flinke moeite met het verschijnsel stadslandbouw. Welaan, die reserve lijkt verdwenen. Het Essenburgpark (met daarin o.m. de Pluktuin en de Spoortuin) kreeg de nodige aandacht in dit boek – alsook de Berlijnse Prinzessinnengärten (Piet Vollaard, Jacques Vink en Niels de Zwarte (eds) , Stadsnatuur maken / Making urban nature, Rotterdam (nai010), 256 blz., € 34,95).

Een boek dat ik (nog) niet las maar op internet tegenkwam is de Gentse dissertatie van Charlotte Prové, The politics of urban agriculture (Gent 2018). De tekst is digitaal te bekijken hier. Lees vooral eerst de Nederlandse samenvatting!

Een tweetal krantenberichten tot slot. De grote stad als laboratorium luidde de kop boven een artikel in Het Parool (3.3.2018). Het betreffende artikel maakt melding van een nieuwe opleiding “grotestadsproblematiek’ die wordt aangeboden door Wageningen UR en de TU Delft. De opleiding is opgezet als een living lab: “creatieve ideeën worden direct getoetst aan de praktijk”. Stadslandbouw krijgt daarbij volop de aandacht. Zo bracht een student de gebouwen in kaart waar kassen op gezet kunnen worden – kassen die verwarmd worden met restwarmte uit de buurt.
Nieuws ook van de Voedseltuin. Onder leiding van Moestuinman Max de Corte werd daar op 3 maart j.l. binnen één minuut een voedselbos van 2000 m² aangelegd, zo kondigde de Metro (editie Rotterdam, 28.2.2018) aan. De Corte: “Geloof mij, van de lente staat het vol met bloeiende fruitbomen en bessenstruiken”.

Reacties op en suggesties voor deze rubriek graag naar ceesbronsveld@post.com

 

 

Delen

Over de Auteur

Gesloten voor reacties