Bladeren 8

0

In de vorige aflevering van deze rubriek, Bladeren 7 dus, verzeilde ik “onder politiek-ecologen”. Daarin onder meer aandacht voor Karl Marx. Kort na het verschijnen van die aflevering verscheen er een nummer van De Groene met een heuse groene Marx op de omslag. Met de mededeling dat “Marx helemaal terug is”. En wel als “de denker die het falen van het kapitalisme èn de uitputting van de aarde voorspelde”. En toen ontdekte men alras / dat Jezus ook een hippie was”, zong Robert Long ooit… Zoiets dus? Nou nee… David Goldblatt schreef al in 1996 in zijn fraaie Social Theory and the Environment dat Marx, ondanks zijn “historical limitations (…) clearly laid down a possible theoretical agenda and a set of conceptual tools for interrogating the society-environment relationship.” De Groene probeerde dan ook terecht in een drietal artikelen de vraag te beantwoorden wat allerhande ‘groene activisten’ van Marx leren kunnen (De Groene Amsterdammer, 5.7.2018).

Maar toch. Voor de overtreffende trap kunnen we beter terecht bij de klassieke anarchisten, ooit de belangrijkste politieke tegenstrevers van Marx. In een recent boek, Old Gods, New Enigmas (Londen, Verso 2018, 295 blz., ca. € 25) komt de Amerikaanse neo-marxist Mike Davis – vooral bekend van City Of Quartz (1990), dat prachtboek over die lelijke niet-stad Los Angeles – zelfs tot de conclusie dat Kropotkin, geoloog èn anarchist, de eerste klimaatwetenschapper was!

Rechts, vooral eng rechts, FvD en PVV dus, probeert intussen ecologische problemen zoals klimaatverandering te framen als een hobby van linkse gekkies. En anders af te doen als cultuurmarxisme. Een begrip dat door hoogleraren als Cliteur, Baudet’s leermeester, uiterst serieus wordt genomen. Cultuurmarxisme, het moet net zo’n vies woord worden als klimaatverandering. Het is verbijsterend maar name in de VS, o.a. in Florida en Texas, is het ambtenaren zelfs verboden de term climate change te bezigen! Zie hiertoe bijvoorbeeld een vertaald artikel in 360magazine, waarvan ook een digitale versie verscheen. En toch… Intussen is ook het boek van de Nederlandse geoloog en klimaatscepticus Salomon Kroonenberg, Spiegelzee. De zeespiegelgeschiedenis van de mens (Atlas, 5e druk 2019, € 22,99) een absolute must!

Maar dan: de landbouw. Gaat de Rabobank bewegen? “Landbouw barst in dit land uit zijn voegen” stond er boven een interview met Rabo’s bestuursvoorzitter Wiebe Draijer. “De Rabobank moet een drijvende kracht worden achter de noodzakelijke verduurzaming van de landbouw”. Goede voornemens en voor de zekerheid ook gelijk maar de smoes: “Invloed is beter dan wegkijken” (NRC 8.1.2019).

En wat kunnen we intussen op landbouwgebied van ’s lands Rijksoverheid verwachten? Landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden. Zo heet de visie van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, zeg maar het visite-kaartje van de (inmiddels niet zo heel erg) nieuwe landbouw-minister Carla Schouten (CU). En jawel, in paragraaf 3.3 over Waardering voor voedsel lezen we het volgende: “Kopen bij de boer en tuinder, op regionale markten en bij stadslandbouwbedrijven kan producent en consument dichter bij elkaar brengen en de waardering voor het voedsel en het werk van de boer verhogen”. Als je de titel van dit rapport intikt vind je de site van het ministerie waar je deze visie kunt downloaden. Je ziet dan trouwens ook heel veel commentaren op die visie voorbij komen…

Intussen is het in toenemende mate de vraag in hoeverre de stadslandbouwbeweging nog als een nieuwe sociale beweging te typeren is, dat wil zeggen als een sociale beweging die sterk genoeg zou kunnen worden om, op welke manier dan ook, fundamentele maatschappelijke veranderingen af te dwingen. Wat bijvoorbeeld te denken van foodies die vanuit de VS naar de Deense Faroe vliegen om zich daar in het restaurant Koks culinair te laten verwennen ? In de New Yorker (June 18, 2018) een artikel onder de veelzeggende kop Meal Ticket: Foodies are flocking to a remote archipelago for the ultimate locavore meal. Want ja, er wordt daar op die eilanden inderdaad lokaal, gefermenteerd schapenvlees geserveerd. Schapenvlees op zijn harings dus? Brrrrr… griezelt de Scheveninger in mij, maar dit terzijde. Verslaggever Mead (what’s in a name!?) rekende op een spreekwoordelijk bierviltje uit dat het gezelschap in dat restaurant die avond zo’n 30.000 miles gevlogen had. A lesson learnt, lijkt me zo, voor een ieder die (zoals schrijver dezes) dacht dat middle class foodies deel uit maken van zo’n anti-kapitalistische sociale beweging.

In kringen van de upper-class in de VS is het overigens nog vele malen erger. Climate change wordt zoals gezegd dikwijls ontkend, maar het aantal peperdure survival residencies voor de happy few groeit als nooit tevoren, aldus Evan Osnus, in een verbijsterend artikel in The New Yorker (Jan 30, 2017).

Foodtrucks, ook zo’n hip en cool verschijnsel. Files van foodtrucks kopte de voorpagina van NRC’s Rotterdam-bijlage (22.9.18). En inderdaad: tussen half mei en september stonden er z’n kleine twintig culinaire evenementen op de Rotterdamse UIT-agenda: elk weekend dus wel ergens een eetfestijn. Met steeds meer van die foodtrucks. Moet stadslandbouwend Rotterdam daar blij mee zijn? Het lijkt mij van niet. Zeker, er zal doorgaans ook lokaal voedsel te koop zijn – maar daarmee is al het positieve wat mij betreft dan wel gezegd. Het is vooral populair, zo schreef de NRC, omdat kinderen daar anders dan in een restaurant vrij mogen rondrennen. Dat lijkt mij ook al geen aanbeveling. Maar ach, het is doorgaans op zo’n foodtruck-park, gillende kinderen of niet, sowieso een teringherrie. Rotterdamse Oogst liet in een reactie veelzeggend genoeg weten geen festival te zijn maar “een markt voor voedsel uit de buurt”, niet meer en niet minder (NRC 13.11.2018). Een mooi, ingetogen commentaar op het, ook in de VS populaire, verschijnsel foodtruck bood de omslag van, alweer, The New Yorker van 9 april 2018: de red hot fat ’n greasy hamburgerbakker ruilt uiteraard een schotel met een dame van de Kale-kar…

Lekker (w)eten heet het onregelmatig verschijnende foodies-blad dat in allerlei Rotterdamse bio-winkels verkrijgbaar is. Veel aandacht voor gezond eten, met koppen als ‘glutenvrij genieten’ en ‘biologisch zeewier’. In een recent nummer telde ik echter ook 18 flessen wijn (en een flesje bokbier). Hoe hypocriet kan die aandacht voor gezondheid worden? Ook ik drink mijn wijntjes en mijn biertjes, maar voor wie het nog niet wist: gezond is alcohol niet! “Uiteindelijk wordt er wél geluisterd naar wat de dokter zegt” hoopt kinderarts (!) Nico van der Lely in de alcohol-special Proost? van NRC Handelsblad (16.6.2018), waarin, zoals het hoort, ook aandacht van de keerzijde van die o-zo-gezellige alcohol.

Goed nieuws in deze uit Wageningen? Daar ontdekte men dat je om van bier te genieten alcohol niet noodzakelijk is. “Suggestie van alcohol genoeg voor bierdrinker”, luidde een krantenkop. Het |Wageningse onderzoek verscheen in Chemical Sciences, info: paul.smeets@wur.nl.

Voeding blijft intussen een belangrijk thema, ook in ecologisch opzicht. “Broeikaseffect van voeding is groot” aldus een belangrijk artikel in Nature Climate Change. Ik las een gesprek over dat artikel met de Wageningse onderzoeker Toine Timmermans (NRC, 19.12.2018).

Dr. Özcan Erdem, werkzaam als onderzoeker bij de gemeente Rotterdam, promoveerde op 10 april j.l. op het proefschrift Neighbourhood structural and social factors and mental health. Een interessante studie vond ik, al werden de gewogen buurtfactoren niet heel erg gespecificeerd. Op de vraag: Maakt een buurttuin meer verschil dan het opjagen van hangjongeren werd niet gesteld. Erdem’s 11e stelling blijft intussen een intrigerende: “Geef mij uw postcode en ik zeg u hoe gezond u bent”…. Als je belangstelling hebt voor Erdem’s studie, meld je dan via onderstaand e-mail-adres. Er zijn een aantal gedrukte exemplaren van zijn dissertatie beschikbaar. Binnenkort komt er ook op de site van de EUR een download-optie.

Vpro’s Tegenlicht liet een mooi portret zien van de Britse ex-activist Paul Kingsnorth die de strijd voor een beter milieu min of meer heeft opgegeven. Hij realiseerde zich namelijk op enig moment dat er in feite geen schuldigen zijn aan te wijzen. Er is geen Dader. Het probleem is veeleer de maatschappij, de cultuur. Hij gaf de strijd dus op, leeft met zijn gezin zo milieuvriendelijk mogelijk, voedt zijn kinderen eco-bewust op en wat niet al. “Ik wil weer naar de aarde luisteren”. Ook in de vpro-gids aandacht voor Kingsnorth.

En wat draagt stadslandbouw nou eigenlijk bij? Growing a Sustainable City? The Question of Urban Agriculture heet de studie van Christina Rosan en Hamil Pearsall, waarin deze vraag centraal staat. De onderzochte casus betreft de Philadelphia. “If we want urban agriculture to be permanent and accepted and to support city goals, we need to recognize the opportunities and challenges it presents. That means not being afraid to ask how urban agriculture will help us to grow a sustainable city” (p. 161). Een boek dat in ieder geval een aantal van de goede vragen stelt (UP Toronto, 2017, 198 blz, ca € 25,00). Paul de Graaf, een van de oprichters van Eetbaar Rotterdam merkte hierbij zeer terecht op dat ER destijds precies dezelfde vragen stelde!

In Down To Earth, het blad van Milieudefensie, aandacht voor de notie circulaire economie. Terecht stelde oprichter van het Lowtech Magazine daarin dat vooral groei het probleem is: “Groei maakt een circulaire economie onmogelijk, zelfs al zouden alle recyclingprocessen 100% efficiënt zijn”. (augustus 2018, meer info o.a. via https://milieudefensie.nl )

De gemeente Rotterdam heeft binnen het cluster Stadsontwikkeling (SO) een Afdeling Economie, waar dan weer een heus Food Cluster deel van uit maakt. Onlangs verscheen daar het boek Innovatievermogen van het Rotterdam Food Cluster. Met als ondertitel Bedrijvigheid en vernieuwing in het verleden, heden en de Next Economy. Het betreft dus een onderzoek naar het innovatievermogen. De openingsparagraaf behandelt dan ook uiteraard de unieke uitgangspositie van het Rotterdams Food Cluster. Die paragraaf kon je dus met een gerust hart overslaan. Een aantal case-studies zijn daarentegen wel zeer de moeite waard. Een mooi en overtuigend hoofdstuk over de economische potentie van de Schiedamse jenever (!) alsook een al met al nogal curieus stuk over de Rotterdamse floating farm. “Omdat Nederlanders al eeuwen met en op het water leven, is een drijvend boerenbedrijf een logische stap”, las ik daar (blz. 207). De vraag voor welk probleem zo’n floating farm een oplossing is wordt helaas niet beantwoord. Je kunt het boek hier downloaden.

Eerder was er ook aandacht in de Rotterdamse Stadskrant (25 juli 2018) voor de drijvende boerderij, onder de wel èrg romantische kop: “Drijvende boerderij. Boerenleven in de stad

In de vorige aflevering van Bladeren uitgebreid aandacht voor Richard Sennett’s prachtboek Building and Dwelling. Inmiddels verscheen er ook een Nederlandse vertaling, Stadsleven. In NRC Handelsblad een interview met Sennett, onder de kop, ik kan het ook niet helpen: “Het grote geld koloniseert de steden” (Amsterdam Meulenhoff 2019, 2e druk, 416 blz., €24,99, als e-book € 14,99).

Een tijdlang overwoog de Rotterdamse Stichting De Verre Bergen (SDVB) om burgerinitiatieven – zoals stadslandbouwinitiatieven – financieel te ondersteunen. Zo financierde SDVB de presentatie van mijn onderzoek Het is mijn hobby niet in het Verhalenhuis Belvedère. Ik ben daar SDVB nog altijd zeer dankbaar voor, vooral omdat de gemeente toen aarzelde om publiek aandacht aan mijn onderzoek te besteden. Dankzij de SDVB kon de gemeente toen over de streep getrokken worden.

Vele malen belangrijker was uiteraard de opdracht die SDVB verstrekte aan onderzoeker Joke van der Zwaard c.s. om onderzoek te gaan doen naar de precieze (financiële) ondersteuningsbehoeften van allerhande burgerinitiatieven. Er verscheen een voorlopige interne rapportage en in het najaar van 2018 ook een publieksversie, Voorbij de pioniersfase. Steun van fondsen zoals bijv. de Stichting DOEN blijkt, gegeven de onzekere andere inkomsten van de meeste projecten, van blijvend belang. De praktijk is echter dat die fondsen zelden structureel en op langere termijn willen financieren – omdat de bestuurders van die fondsen het veel leuker (?) vinden om telkens weer eens wat nieuws te zien en te ondersteunen?  In de Rotterdam-bijlage van NRC Handelsblad een recensie onder de kop Succesvolle initiatieven van bewoners worstelen met onzekere inkomsten (NRC, 20.10.2018) en op de site Sociale Vraagstukken een pleidooi van twee van de auteurs van het rapport om die initiatieven vooral rust te gunnen en dus niet alsmaar te vragen om iets nieuws te doen. Bij het artikel vind je ook een link naar het complete rapport.

Fundamentelere kritiek op de – uiteraard per definitie – schandalig rijke filantropen (zoals ook de fam. Van der Vorm achter De Verre Bergen) vind je in Anand Giridharadas’ recente boek Winners take all. The elite charade of changing the world (Penguin Londen, € 14,00). Uiteraard in The Guardian een recensie. Ook Paul Scheffer besteedde aandacht aan dit boek. “Sociale samenhang – zeg maar gerust beschaving – is gebouwd op rechtvaardige belastingen”, schreef hij in zijn column (NRC Handelsblad 6.2.2019).

Financiën vormen intussen voor allerlei projecten en initiatieven een blijvend probleem. Minstens een even groot probleem vormen doorgaans lokale overheden. Bestuurskundige prof. Arwin van Buuren (EUR) ziet dit ook in en hield onlangs een terecht pleidooi voor Uitnodigend besturen. De ondertitel van zijn gelijknamige boekje: “Het organiseren van ruimte voor initiatief”. Sympathiek maar helaas, de nogal voor de hand liggende vraag hoe doe je dat dan werd niet gesteld. Altijd gedacht dat bestuurskundigen juist op aarde zijn om dit soort vragen te stellen en vervolgens proberen te beantwoorden. Maar nee dus. In het door Van Buuren’s instituut RePolis eenmalig uitgegeven magazine Initiatief trof ik ook alleen maar platitudes als “Een actieve samenleving vraagt om een ander bestuur” en “(….) de zoektocht naar vormen van uitnodigend bestuur (is) een sympathieke ontwikkeling”. Een link naar het boekje vind je hier.

Een student van Van Buuren, ene Aaron Keizer, deed onderzoek naar Rotterdamse burgerinitiatieven en baseerde zich daarbij in belangrijke mate op materiaal dat ik bij elkaar harkte voor mijn onderzoek Het is mijn hobby niet. Dat werd best dus – zeg ik met op zijn minst enige ironie – best een aardige scriptie, In ieder geval interessanter dan dat boekje van zijn begeleider. Wel vreemd dat ik deze scriptie min of meer toevallig ontdekte op internet. Uiteraard was mijn toestemming niet nodig, maar had het niet voor de hand gelegen even iets te laten horen?

De nieuwe Omgevingswet is er nog altijd niet. De wet werd tot op heden even vaak aangekondigd als weer uitgesteld. Na alle hoera-verhalen begint het imago van deze nieuwe mega-wet ook wat af te kalven. De link van de wet met burgerparcitpatie wordt zelfs door het brave ROmagazine nog altijd omschreven als “veelbelovend”, maar nu wel “onder voorwaarden” (ROM 36:12, december 2018). Uiteraard heeft ook transitie-goeroe Jan Rotmans zich inmiddels met de wet bemoeit. Er verscheen een klein boekje van zijn hand: De Omgevingswet als transitieopgave, uitgegeven door het G40 Stedennetwerk. “Tot voor kort was de Omgevingswet een Jan Rotmans-vrije zone” schreef de Delftse hoogleraar Friso de Zeeuw in het september-nummer van ROmagazine: “De omgevingswet kan de transitie van Rotmans missen als kiespijn”. En dat geld voor meer terreinen, de energietransitie wellicht uitgezonderd (ROM 36: 9, info via info@romagazine.nl ). Eerder (2015) was er op Sociale Vraagstukken ook al eens scherpe kritiek op Rotmans uit sociologische hoek.

Bladeren ontving het boek Voedselbos. Inspiratie voor ontwerp en beheer. Een mooie studie, met als bijlage een plantengids voor 250 eetbare vaste planten en kweekbare (en hopelijk ook eetbare) paddenstoelen. Voedselbos-expert Paul de Graaf desgevraagd: “Mooi overzicht van 18 recente Nederlandse projecten die ook echt als voedselbos zijn vormgegeven en de moeite waard zijn om te bezoeken – waaronder twee van het Rotterdamse RFGN: Voedselbos Vlaardingen en Voedselbos de Overtuin van het Kralingse Arboretum Trompenburg. Toegankelijke introductie tot het verschijnsel voedselbos, tot stand gekomen met medewerking van permacultuurexpert en voedselbos-pionier Taco Blom.” (KNNV Zeist, 224 pp., €29,95).

Ook in NRC Handelsblad onlangs een interessant pleidooi voor agroforestry. “Bomen moeten terug op het land”. Strekking: Het combineren van land- en bosbouw biedt perspectief op verduurzaming. Plant en dier profiteren van elkaar (NRC 22.7.2018).

De Volkskrant startte een serie over het voedselbos als landbouw van de toekomst. Niks ‘zweet des aanschijns’. Bomen en struiken kunnen het werk doen. De eerste alle aflevering van deze serie heette Bosvruchten (De Volkskrant 28.11.2018).

De bij. De media-aandacht voor deze gevleugelde vriend(in) lijkt weer wat verdwenen. Gelukkig verscheen nog wel De veelzijdige honingbij. een zeer leesbaar, leerzaam en vrolijk boek van de hand van Stephanie Bruneau (KNVV Zeist, 2018, 160 blz., € 24,95). Er zouden Europese regels komen maar Nederland ligt dwars, hoor ik vanavond op het NOS Journaal (15.4.2019).

In de volgende aflevering uitgebreider aandacht voor Rotterdamse initiatieven. Zulks ook in verband met het Europese project EdiCitNet – waarover elders op deze site meer info. Ik meld wel alvast de aandacht voor aandacht voor SLT-redacteur Rutger Henneman in One World.

Heb jij ook wat te melden, en/of: werd er over je initiatief of project – recent of niet – geschreven: laat het ons weten.

Verder hoop ik aandacht te besteden aan vertical farming. Vind je daar iets van, heb je suggesties of andere info: ik hoor het graag.

Suggesties voor en commentaar op deze rubriek graag naar ceesbronsveld@post.com

Delen

Over de Auteur

Gesloten voor reacties