Stadslab Eetbaar Groen van start

0

Op 11 april was het dan eindelijk zover. Het Europese project Edible Cities Network – afgekort als EdiCitNet, ook wel als ECN – hield in gebouw Het Klooster in het Oude Noorden een eerste echte workshop. Om 11 uur waren er zo’n 30 mensen, ’s middags werd gelukkig zo ongeveer het dubbele aantal gehaald.

De leiding was in handen van dagvoorzitter Ton Legerstee en vooral van DRIFT-medewerkers Sophie Buchel en PJ Beers. DRIFT is een projectbureau, onderdeel van de Erasmus Universiteit, opgericht door de roemruchte hoogleraar Jan Rotmans.

Centraal op deze dag stond de kick-off en het inrichten van het Stadslab Eetbaar Groen. Zo moet er onder meer een structuur en vooral ook een agenda komen voor dat lab: welke experimenten gaan er uitgevoerd worden?

Het doel is al wel duidelijk. Het stadslab moet uitgroeien tot een netwerk van (eetbaar)groene projecten, gemeente en andere betrokkenen die willen leren hoe we ‘eetbaar Rotterdam’ kunnen versterken.

De aanwezige stadsboeren en andere bij initiatieven betrokkenen – ik telde er een stuk of 12 – drongen vooral aan op haast. De gemeente lijkt vooral de tijd te willen nemen. Mohamed el Massoudi, trekker van het Rotterdamse deel van het project, schetste de 3 fasen die het project zal gaan doorlopen. In 2018 en 2019 werd en wordt de project-structuur ontworpen, de twee daarop volgende jaren wordt het Lab geoptimaliseerd en zal de gemeentelijke organisatie meer en meer toegesneden worden op de ervaringen in en met het Lab. Een en ander zal worden gemonitord. In het laatste jaar zal gepoogd worden een en ander op te schalen en zullen de ervaringen expliciet gedeeld worden met andere deelnemende steden.

Er zijn naast Rotterdam 3 steden (de beoogde 5e deelnemer viel af, Brussel zoekt een vervanger) waar eveneens Labs zullen worden ingericht: Oslo, Andenach (nabij Bonn) en Havanna. Een kleine 10 steden zullen deze Labs volgen en er, zo is de bedoeling, hun voordeel mee doen.

Twee keer werd er op de kick-off bijeenkomst uiteen gegaan in werkgroepjes. Zelf verzeilde ik in een werkgroepje waar onder meer de gerealiseerde waarden op tuinen en andere groene initiatieven aan de orde werden gesteld. Initiatiefnemers en projectleiders zien doorgaans graag de effecten van hun inspanningen benoemd, zo mogelijk gekwantificeerd, desnoods in euro’s. Vooral omdat zij daarmee potentiële financierders (gemeente, fondsen) kunnen overtuigen van het nut – en wie weet zelfs noodzaak – van die projecten en initiatieven.

Van belang was daarbij ook de waarneming dat het vooral de langer bestaande projecten zijn die ondersteuning nodig hebben: de meeste fondsen hebben nu eenmaal vooral belangstelling voor nieuwe initiatieven!

Naar de effecten van stadslandbouwprojecten is veel onderzoek gedaan, ook de door de gemeente. De potentiële effecten zijn dan ook bekend, ze betreffen, in een aantal steekwoorden zeer uiteenlopende zaken als klimaat, gezondheid, fijnstof, educatie, cohesie, participatie en kwaliteit van de woonomgeving.

Per tuin zou een lijst moeten worden opgesteld waarop men in potentie – en zeer waarschijnlijk ook feitelijk – scoort. Op basis van die lijst zouden tuinen gesubsidieerd kunnen gaan worden, op basis van vertrouwen dus. Het lijkt immers geen goed plan om projecten aan de voorkant al op te zadelen met allerlei administratieve rompslomp (zoals we die in Nederland onder meer kennen in de zorg). “Finance by audit, audit by trust” zoals PJ het in goed Nederlands samenvatte toen dit idee de floor haalde. Gewoon een paar keer per jaar hooguit een ambtenaar poolshoogte laten nemen: om te kijken of er geen gekke dingen gebeuren. Een prima experiment voor het Living Lab.

Mensen doen op de projecten niet zo zeer “leuke dingen”, ze doen voor de stad “belangrijke dingen”. Dat was volgens mij toch echt Les 1 – voor de aanwezige Rotterdamse ambtenaren. Een andere Les 1 is het feit dat stadslandbouwend Rotterdam niet bij nul begint. Er is inmiddels 10 jaar ervaring.

Wil EdiCitNet een succes worden dan zullen er snel concrete stappen gezet moeten gaan worden. Er zal ook in dit opzicht vertrouwen moeten zijn in projecten en initiatieven.

Delen

Over de Auteur

Gesloten voor reacties