Duurzaam met restjes stond er boven een stuk in Trouw (11.10.2019) over Hotspot Hutspot, het Rotterdamse project van Bob Richters. Het project belandde dit jaar op de 9e plaats van de duurzame 100 van het dagblad Trouw. “Mooi om te zien hoe tieners van de Rotterdamse straat leren hoe ze gezond en biologisch eten kunnen telen en bereiden. Een geweldig voorbeeld van duurzaam ondernemen midden in de buurt”, oordeelde de jury.
Wijktuin De Esch bestaat 10 jaar. Er verscheen een leuk plaatjesboekje Wijktuin De Esch 2009 – 2019. Het boekje kost €5 plus porto. Te bestellen via Wijktuindeesch@hotmail.nl
Het prima huis-aan-huis blad De Nieuwspeper (11.9.2019) schreef over de Sponstuin, een door De Urbanisten ontworpen tuin in het Merwe-Vierhavengebied, die gerealiseerd gaat worden in samenwerking met de Voedseltuin. Even spannend als belangrijk denk ik. Zie ook hier en hier.
Een week later in het zelfde blad (18.11.2019) een informatief stukje over Natuurtalent Rotterdam: een project “dat mensen tot bloei brengt”. Men probeert dat door middel van een werkplaats voor houtbewerking, een imkerij en een theehuis. Zie hier.
Van groot belang dit soort plekken. Structureel financieren dus, gemeente Rotterdam, zou ik zeggen! De realiteit leert helaas nog altijd ietwat anders…
Op het Schieblok overheerst de onzekerheid. Pioniers Schiekadeblok willen niet weg meldde De Havenloods onlangs (16.10.2019). Zoveel is duidelijk: de plek èn de hele omgeving werd door lokhipsters weer op de kaart gezet. Daar zou toch op zijn minst iets tegenover moeten staan…. !?
Eerder kwam het Hefpark in de problemen. Donkere wolken boven parken, schreef De Telegraaf (16.6.2019), zich helaas terecht bedienend van een meervoud. Er waren in de gemeenteraad schriftelijke vragen van GroenLinks, maar er is, voor zover ik weet, nog altijd geen oplossing…
Intussen heeft UJES (Uit Je Eigen Stad dus) een opvolger: Weelde. SLT-redacteur Paul de Graaf noemde eerder de twee ondernemers die er “tijdellijk” actief waren in zijn artikel In Memoriam UJES op deze site.
De Nieuwspeper (13.11.2019) meldt nu dat zij, Kim Pieters en Kelly Vincent K dus, de UJES-boedel overnamen. Onder de kop Weelde, de laatste vrijstaat van Rotterdam..een interview met de ondernemers. De laatste vrijstaat lijkt mij niet zo’n heel erg correcte typering van wat toch vooral een horeca-onderneming lijkt te worden. Met stadslandbouw heeft het niet zo heel veel meer te maken maar goed: we zullen zien. Er gaat wel samengewerkt worden met onder meer De Voedseltuin.
Kelly Vincent blijkt intussen een dochter van Walter Vincent. Die is en was betrokken bij Utopia, de oerbewoners van Rotterdamse wijk de Kralinger Esch. Utopia vierde onlangs zijn 40-jarig bestaan. Ter gelegenheid daarvan verscheen een vrolijk stemmend maar vooral ook inspirerend boek. Een tijdschrift van Delftse studenten leidde tenslotte – zeker: dankzij allerhande meewind, maar toch – tot een heuse woonwijk! Utopia Rotterdam 40 jaar heet het kloeke boek dat werd samengesteld door Hans van der Tol, Peter de Vette en Hans Werleman (uitgeverij Utopia, 480 blz., € 60,00). Info via info@utopia-rotterdam.nl
De Watertoren in de Esch blijkt intussen een van de 111 plekken in Rotterdam die je gezien moet hebben, zo stelt een boekje met deze titel, samengesteld door Mirjam en Femke de Winter. Tot die plekken behoren ook een aantal parken en de Rotterdamse Munt (Bussum, Thoth, 240 pp., € 16,95).
Wij zitten constant in een survival modus… Aldus een Vlaamse kunstenaar in het gratis kwartaalblad Rekto Verso (# 85, sept 2019) dat ik onlangs trof in, jawel, een drukwerk-rek bij de ingang van het Schieblock. Nog een quote daaruit: Subsidies krijgen wil zeggen dat je niets doet wat de overheid stoort….
Interessant, en vooral ook leerzaam, vond ik om de culturele sector te vergelijken met die van met allerhande lokale initiatieven in de buitenruimte. Ook daar dus kastjes en even zovele muren. Hoe geruststellend is het intussen om te beseffen dat zowel het kluitje als het riet heel erg groen zijn?
Van “Europa” mag het intussen allemaal wel weer een paar centen kosten, het nog maar weer eens aantonen van nut en noodzaak van dat eetbare groen. Ik heb het dan uiteraard over het Edible Cities Network , een Europeesproject waar de gemeente Rotterdam in participeert. De deelnemende stadsboeren keken Lange tijd vooral de kat uit de boom, maar er lijkt nu sprake van vertrouwen, zo is mijn indruk. Hoed an ook: de gemeente zal op enig moment toch echt moeten gaan bewegen hopen zij waarschijnlijk…. wie weet op goede grond. Nog een jaar of 3 jaar te gaan om er achter te komen of die hoop gerechtvaardigd was
Food Citizens? – met vraagteken dus – is een ander Europees project waar Rotterdam (niet de gemeente dus), met Gdansk en Milaan, bij betrokken is, ik berichtte er in deze rubriek eerder over. Dit project wordt getrokken door de vorig jaar benoemde Leidse hoogleraar Culturele Antropologie Cristina Grasseni. Zij is verbonden aan het Leidse instituut waar ik ooit afstudeerde. De Leidse antropologie was qua benadering vooral structuralistisch – met Claude Lévi-Strauss als grote held – en qua regio gericht op Indonesië. Grasseni’s benoeming was in beide opzichten dus een flinke breuk: een Italiaanse die zich met voedsel ging bezig houden. Tegelijkertijd was haar benoeming een illustratie van een bredere trend die ook in de Nederlandse antropologie te zien is: een sterkere gerichtheid op de eigen, westerse maatschappij. Denk daarbij ten onzent vooral aan de antropologen Bovenkerk en Brunt die zich, evenals hun onlangs overleden leermeester André Köbben (zie bijv. dit In Memoriam ) op wat de “migrantenproblematiek” zou gaan heten, stortten. De antropoloog Bovenkerk zou uiteindelijk zelfs hoogleraar criminologie worden!
Vincent Walstra is de jonge antropoloog die voor dat FoodCitizens?-project in Rotterdam promotie-onderzoek doet. Hij bezocht ook de eerste EdiCitNet-workshop. Op zijn blog deed ook hij verslag van die bijeenkomst (13.8.2019)
Op een vergadering van de begeleidingscommissie bij dit Leidse onderzoek ontmoette ik een tijdje terug een oude bekende, Colin Sage, een Ierse socioloog, betrokken bij de Food Policy Council in Cork. Hij publiceerde onder meer, kritisch, over voedselbanken. Terecht wat mij betreft. In een komend nummer wil de SLT-redactie ingaan op de armoede-problematiek die helaas ook in Rotterdam bestaat. Ik hoop dan iets te schrijven over Sage’s kritiek op de voedselbanken.
Een eye-opener voor mij als, vooralsnog, bijna-vegetariër vond ik een artikel van ProVeg-medewerkers Pablo Moleman en Tobias Leenaert in NRC Handelsblad, onder de kop Wil je levens sparen? Eet dan geen kip (12.10.2019). Voor dieren waren de afgelopen decennia “de bloedigste ooit”, zo stellen de auteurs. De gemiddelde Nederlander eet maar liefst 1924 dieren per jaar, waaronder 1196 kippen en 686 vissen, en ja, ook 5 (vijf!) koeien. We slachten anno 2019 in Nederland meer dan tien maal zoveel dieren dan op de eerste Werelddierendag in 1927.
Cijfers waar ik nogal van schrok.
Insecten als nieuwe eiwitbron gaat dàt probleem in ieder geval niet oplossen, de aantallen dode dieren zullen er zelfs waarschijnlijk spectaculair door stijgen! En er gaan er al zo veel (niet gekweekte) insecten dood door menselijk handelen. Door het spuiten van landbouwgif met name maar bijvoorbeeld ook als gevolg van Articifial Light At NIght, een probleem waarover de eerder in deze rubriek genoemde Menno Schilthuizenin zijn boek Darwin in de stad schreef (blz.162 e.v.).
Meer info over ProVeg vind je hier https://proveg.com/nl/
In het tweede weekend van oktober vond in Rotterdam weer het World Food Festival plaats. De gemeente wilde dit jaar laten zien, zo meldde Frank van Dijl in de Rotterdam-bijlage van NRC Handelsblad (12.10.2019) dat vrijwel al ons voedsel vlakbij Rotterdam te krijgen is. Korte ketens dus, al viel die term niet. Wel aandacht voor innovatie: ook met drones kunnen insecten worden gedood: Leve de vooruitgang! Het gaat daarbij onder meer om motten waar telers van snijbloemen (eet smakelijk !) last van hebben. Dat doden gebeurt mechanisch, met de propellers van die drones, dat dan weer wel. Maar ja: dood is dood.
De krant meldt verder dat De Krekerij, gevestigd in Blue City aan de Maasboulevard een prijs won met hun krekelburger en krekelballen op de BBB Horecabeurs in Maastricht. Zie ook De Limburger (8.10.2019). Hoeveel krekels er in een bal dan wel burger gaan bleef helaas onvermeld.
Verbijsterende cijfers over het Rotterdamse groen trof ik in Vers Beton. In dit geweldige online tijdschrift, gemaakt “voor de harddenkende Rotterdammer” een artikel van Guido van Eijck, waarin hij, onder de kop Waar is het groen dan? onder meer meldt dat Rotterdam, een van de 380 Nederlandse gemeenten, ecologisch kapitaal vorig jaar op plek….. 380 stond. Zijn artikel vind je hier, daarin ook een link naar de bron, een rapport van Bureau Telos, onderdeel van de Universiteit van Tilburg.
Over de kwaliteit van het groen is daarmee uiteraard nog weinig gezegd. Die kwaliteit kan in ieder geval beter, om mij in deze maar eens voorzichtig uit te drukken. Neem De Oude Plantage, een klein park langs de Maas, jawel: nabij De Esch, waarvan onlangs, 15 september j.l., het 250-jarig bestaan werd gevierd. Het is het oudste openbare park van de stad. Een wijkbewoner schreef er over in De Ster van Kralingen (10.9.2019). Onder de kop Schoonheid is schoon geworden vielen mij toch vooral de, terechte, kwalificaties armoedig en kaalslag op. Zie ook https://www.desteronline.nl/
NRC Handelsblad (Rotterdam-bijlage 14.9.2019) kwam tot een soortgelijke conclusie: “Het oudste park van Rotterdam (…) is waarschijnlijk ook het meest verwaarloosde”. De gemeente heeft vooralsnog geen plannen met het park, al heeft het college ingezet op “meer recreatie” langs de Maas. Dat is geen goed nieuws, denk ik dan, niet voor het park, en zeker niet voor de direct omwonenden.
De stad is ook natuur, heette De Groenrede(n) die Kees Moeilijker, directeur van het Rotterdamse Natuurhistorisch Museum op 1 september j.l. uitsprak bij de opening van de Rotterdamse parkenmaand.”Grond- en huizenprijzen zijn nabij stadsparken 10 tot 20% hoger dan elders in de stad en daardoor is de druk om in of bij parken te bouwen groot”. Moeliker’s lezing vind je hier
De Verre Bergen dan wel de Stichting Droom en Daad worden intussen genoemd als redder van een aantal van de Rotterdamse parken. Er werd een krantje verspreid, de Kunstbode (sept 2019), waarin het stadspark genoemd maar vooral ook geroemd werd als “de nieuwe places to be”.
Interessante cijfers over particuliere tuinen leverde een onderzoek van Deloitte op. Het vakblad Tuin en Landschap schreef er over, gelukkig ook een bericht in de (gratis) T&L-nieuwsbrief.
Nederlandse particuliere tuinen blijken voor slechts een derde uit groen te bestaan. Zeker, lokaal zijn er grote verschillen. De gemeente met het hoogste groen-percentage in privé-tuinen is bijvoorbeeld Wassenaar: maar liefst 70% van de tuinen is daar bedekt met groen. Dat heeft vast te maken met het feit dat het gemiddelde tuintje daar ietsjes groter is dan in de rest van Nederland!? De Rotterdamse tuinen zijn hoe dan ook minder groen: 33%. Wel drie keer groener dan de tuintjes van onze Amsterdamse vrienden, die hier slechts 11% haalden.
Rotterdam heeft hiermee een vergroeningspotentieel van 8,2 miljoen m². Landelijk gaat het om 1,4 miljard m². Het onderzoeksrapport vind je hier
Particuliere tuinen vind je ook in de Rotterdamse volkswijk Tuindorp Vreewijk. Inspiratiebron voor ontwerp en bouw was de tuinstadgedachte (1898) van de Engelse stedenbouwkundige Ebener Howard. Hij werd – zeer terecht – ook genoemd in Carolyn Steel’s stadslandbouwbijbel Hungry City. In de Kroniek van het Historisch Genootschap Roterodamum (No. 23, oktober 2019) aandacht voor de de vele jaren inzet van bestuur en beleid om de Vreewijkers via een Tuinenkeuringscommissie aan het tuinieren te krijgen. In de oorlog veranderde er het een en ander: er kwam zelfs “een prijsje” voor de beste moestuin. Er werd overigens vooral tabak verbouwd. (info www.roterodamum.nl).
In een recent nummer van Stadswerk (2019/8) een artikel over Fruit in de openbare ruimte. Ik citeer de lead: “Fruit in openbare boomgaarden en in perken of parken kan een belangrijke bijdrage leveren aan de binding van mensen met het groen in steden. Gemeenten hebben vele opties om hierin faciliterend op te treden blijkt uit twee onderzoeken van Hogeschool Van Hall larensteun” (Stadswerk 2019/8, zie www.stadswerk.nl). Ook het Vakblad Groen schreef hier over, zie bijv. Noël van Dooren e.a., Fruitbomen in de openbare ruimte. Uitdagingen voor duurzaam beweer en gebruik, in Groen, 73 (2017): 1, digitaal hier beschikbaar https://edepot.wur.nl/408559
De protesten van boeren en bouwers dan. De frustratie is begrijpelijk. Maar dat gezegd hebbend. Er komen nog veel meer met de landbouw samenhangende problemen op ons af, zo waarschuwde hoogleraar Carla Koen in NRC Handelsblad (17.10.19). Lijnstof levert hoge bloeddruk en beroertes op. Jawel: ook in een stad als Rotterdam zijn er dientengevolge in sommige wijken grote gezondheidsproblemen, maar vooral ook in de vee-provincies. Het was overigens voor het eerst dat ik deze term tegen kwam. Daar, in die vee-provincies dus, bevinden zich, aldus Koen, ook bovengemiddelde aantallen nier-dialyse-patiënten. Dan hebben we ook nog de anti-microbiële resistentie, nitraten (ook een stikstofverbinding herinnerde de HBS-B in mij zich) die, door overbemesting drinkwaterbronnen vervuilen. Daarvan zijn er de laatste jaren om gezondheidsredenen maar liefst 21 gesloten, aldus Koen. En dan is er nog de Q-koorts, een geitenvirus dat op de mens bleek te kunnen overstappen. Zie hier.
Over dergelijke ziektes, ziektes die samenhangen met “mensen in de buurt van te veel dieren” schreef ook Yale-antropoloog James Scott in zijn Against The Grain (2017). Sowieso een prachtboek!
Een week vóór het boerenprotest nam PvdD-Kamerlid Marianne Thieme afscheid. In De Groene (2.10.2019) een groot interview onder de kop Activist in de Kamer. Een kop daaronder suggereerde dat het hier zelfs om haar politieke testament zou gaan. Het artikel vind je hier. Zeer benieuwd wat zij gaat doen. Intussen gaat het met de Partij voor de Dieren even niet zo goed…
Ik trof een mooi en belangrijk interview met de Peter Dauvergne, hoogleraar internationale betrekkingen aan de University van British Columbia (Canada). Hij publiceerde vorig jaar zijn Will Big Business Destroy Our Planet. Boven het NRC-interview (24-10-2019) een veelzeggende kop “Pas op voor grote bedrijven die op de bres springen voor duurzaamheid”.
Een illustratie hiervan was onlangs bij Human te zien: een aflevering van het programma De staat van het klimaat, waar die Shell-dame vooral de kans kreeg het imago van Shell flink op te poetsen. Helaas. De eerder genoemde Dauvergne: “Nooit eerder is er meer aardgas en olie uit de grond gehaald en de plasticvervuiling van de oceanen brak vorig jaar eveneens een record.”
Sociale bewegingen zullen regeringen onder druk moeten zetten, dat is echt het enige dat helpt. De moed er in houden dus. Immers: pessimisme gaat zeker niet helpen?
Eerder in deze rubriek (# 8) aandacht voor Paul Kingnorth die er als activist wel mee ophield. Savage Gods heet het boek dat hij intussen schreef. In De Groene (24.10.2019) een recensie. Anita Baaijens: “Kingsnorth (…) accepteert wat hem te doen staat: de vragen leven in plaats van te overdenken”. Tsja… Ik ben er niet gerust op.
Ook op de website van The New Yorker, al weer een paar maanden geleden, een verontrustende bijdrage van Jonathan Franzen. Een artikel over de klimaatproblematiek waar What if we stop pretending boven staat, pretending dat de aarde nog gered kan worden dus…
In de brievenrubriek in de New Yorker een paar welen later een soort van klacht van een lezer uit Frankrijk: “Had dit in 1970 gepubliceerd, dan hadden we nog een kans gehad”… Verontrustend.
En de politiek? Zoveel is duidelijk: Parijs – het akkoord dus – hapert, meldt de NRC (4.11.2019). En Trump kan, als hij herkozen wordt, op dag 2 van zijn nieuwe termijn dan echt uit het Parijse klimaat-akkoord stappen. Brazilië overweegt ook zoiets, Turkije ratificeerde het Parijse verdrag niet. Australië gaat zijn fossiele energiesector voorlopig niet moderniseren – ook al lijkt daar door de waanzinnige bosbranden langzaam aan wel op zijn minst iets te veranderen. Mexico investeert intussen doodleuk extra in fossiel; Japan en Rusland hebben zo hun redenen om ook de andere kant op te kijken….
Het ziet er inderdaad niet goed uit. “We hebben geen kans: die moeten we grijpen” ?
Er plofte een recensie-exemplaar van Henk Oosterling’s Verzet in ecopanische tijden (Lantano, z.p., 223 pp, € 22,00) in de Bladeren-brievenbus. We gaan het lezen. In een komende aflevering van deze rubriek meer over dit boek!
Reacties en suggesties voor deze rubriek graag naar ceesbronsveld@post.com