Vooraf een aantal huishoudelijke mededelingen….
Het is inmiddels meer dan een jaar geleden dat Bladeren 10 verscheen. Deze nieuwe aflevering is echter niet bedoeld als een soort jaaroverzicht. Al gaan we het natuurlijk wel ook over over corona hebben…
Ook even iets over mijzelf. Ik ben niet langer onderzoeker-in-gemeentedienst. En ook niet langer de contactpersoon voor stadslandbouw van de gemeente Rotterdam. Dat is nu Els van Dam. Je kunt haar bereiken via deze link op de site van de gemeente Rotterdam: https://www.rotterdam.nl/wonen-leven/stadslandbouw/ En dan nu: Bladeren dus!
Zeer verheugd dat ik dan eindelijk het vorig jaar verschenen nieuwe boek van Carolyn Steele (1959) kan melden. Steele kennen we natuurlijk allemaal van haar ”stadslandbouwbijbel” Hungry City (2008), in het Nederlands vertaald als De hongerige stad (Rotterdam, NAi, 2011). Haar nieuwe boek heet Sitopia (Londen, Chatto & Windus / Vintage, 373 pp., € 21,99) en het is in een flink aantal opzichten een logisch vervolg op Hungry City. Want was de ondertitel van Hungry City How food shapes our lives, Sitopia kreeg de ondertitel How food can save the world mee. Het laatste volgt uiteraard logisch uit het eerste! Binnenkort hopelijk een wat uitvoeriger bespreking van dit boek.
Interessant vond ik intussen al wel dat Steele zich uitsprak tegen vertical urban agriculture (pp. 179-185). Deze optie binnen de stadslandbouw werd en wordt ook in het Rotterdamse bediscussieerd. Voorstanders wijzen vooral op de mogelijkheid die deze vorm biedt om stadslandbouw commercieel succesvol te kunnen maken, anderen wijzen onder meer op de grote kwetsbaarheid ervan omdat het veelal (ook) om monoculturen gaat. Het standaardwerk schreef Dickson Despommier, een voorstander: The Vertical Farm, Feeding the world in the 21th century, New York (Picador 2011, 10e druk 2021, €18,99).
Voor Steele’s nieuwe boek was in de Nederlandse pers weinig aandacht, ongetwijfeld ook het gevolg van het feit dat door corona haar promotietour door Nederland niet door ging. Ik zag wel een mooie bespreking in The Guardian.
Corona bracht ons overigens niet uitsluitend kommer en kwel. Er is minder verkeer, de lucht is schoner. Maar ook: er blijkt meer behoefte aan lokale producten”, zo meldde NRC Handelsblad (9/5/2020): zo gaat het bijvoorbeeld hartstikke goed met Rechtstreex: de omzet had zich in mei al verviervoudigd! Meer info: https://www.rechtstreex.nl/ In NRC Handelsblad (7.2.2021) onder de kop Box van de boer aandacht voor het Bredase bedrijf Boerschappen dat in 2020 de omzet met 335% zag groeien. Het probleem, zo blijkt: hoe hou je de ketens kort bij dergelijke groeicijfers? Zie https://www.nrc.nl/nieuws/2021/02/05/de-boer-aan-huis-we-willen-meer-eten-zonder-tussenschakels-a4030709 en https://www.boerschappen.nl/
Onder invloed van corona kwam er bovengemiddeld veel aandacht voor en kritiek op het heersende economische stelsel, het kapitalisme in het algemeen en de neoliberale variant daarvan. Dat lijkt me ook ‘winst’! “We moeten groener uit deze corona-crisis komen”, vinden dan ook heel veel online- en kranten-stukkenschrijvers. Je kunt ze nauwelijks gemist hebben.
Natuurlijk was er onder milieu-activisten altijd al aandacht voor dat vermaledijde kapitalistische stelsel. Zo verscheen begin 2020 bijvoorbeeld een nieuwe editie van publicist Ludo De Witte’s Het kapitalisme versus de aarde, met als motto “Als de laatste boom geveld is., eten we ons geld wel op”. Je leest er teksten onder kopjes als “Het groene kapitalisme is bankroet” en “Met korte-keten-landbouw de agro-industrie overwinnen?” Dat laatste raakt uiteraard aan de stadslandbouw. De Witte blijkt niet heel erg optimistisch. “Overheid, agro-industrie en wetenschappelijke instellingen zorgen samen voor de expansie van grote geïndustrialiseerde boerderijen waar niet een boer maar een huisbewaarder-ondernemer toezicht op houdt” (p. 161). Meer info over dit boek vind je hier. De vraag is ook – De Witte stelt hem op p. 163 – in hoeverre de agrarische sector zich zèlf zou kunnen verduurzamen….
Zeker, er zijn soms hoopgevende ideeën en initiatieven. Zo werkt de Wageningse universiteit in Flevoland aan wat in De Volkskrant (4.7.2020) en NRC Handelsblad (25.6.2020) “de boerderij van de toekomst” genoemd werd. Anders dan gebruikelijk staan op een proefboerderij gewassen in stroken naast elkaar, geen absolute monocultuur meer dus. Projectleider Wijnand Sukkel noemt het doorsnee polderlandschap van nu “een ecologische woestijn”. Monoculturen bieden door hun eenvormigheid weinig ruimte voor ander leven, zoals insecten en vogels. Een mogelijke oplossing is strokenteelt want dat betekent diversiteit. Een plantenziekte kan zich daardoor niet meer zo heel gemakkelijk over enorme afstanden en enorme oppervlaktes verspreiden. Strokenteelt: het is vergelijkbaar met ‘social distancing’ in coronatijd, aldus Sukkel: “Afstand voorkomt besmetting”. Er lijken zelfs inzichten uit de permacultuur te worden toegepast: “Je moet de planten op deze akker zien als een team van spelers dat samenwerkt”. Een voorbeeld? “De peenvlieg die het voorzien heeft op wortelen, wordt afgeschrikt door de geur van uien: (…) peen en uien zijn goede buren”. Ook in het Wageningse alumniblad WageningenWorld (2020/3) aandacht voor Sukkel en zijn project – met een digitale verwijzing www.farmofthefuture.nl De toekomst van de landbouw zit niet in techniek, maar in ecologie, stelt Sukkel ook ergens. Een belangrijk inzicht lijkt mij! Maar ja, overtuig dáár Farmers Defence Force maar eens van.
Maar toch. Hoe erg is het als uiteindelijk niet ecologische maar economische argumenten voor een duurzamer samenleving de doorslag zullen geven? Er zijn zoals bekend ook economen die méér kapitalisme propageren om bijvoorbeeld de klimaatproblematiek aan te pakken. “Niet de groei inperken, maar een prijs zetten op vervuiling: dat leidt tot de gewenste vermindering van grondstoffenverbruik”, stelde een econoom als Andrew McAfee bijvoorbeeld in een interview dat Wouter van Noort met hem maakte voor NRC Handelsblad (22.11.2019).
Hoe dan ook: voorlopig zullen Nederlandse boeren nog wel even voor de wereldmarkt blijven produceren. Een mooi stuk van Joris Lohman en Hidde Boersma in de Volkskrant (11.7.2020) over het boerenvraagstuk, Lever boeren niet langer uit aan de lage prijzen op de wereldmarkt, je vindt het hier. Een citaat: “Een belangrijke rem op verduurzaming is het inkomen van de boer. De marges zijn te klein: een boer kan niet groen doen als hij rood staat”.
Supermarkten zullen de boeren betere prijzen moeten gaan betalen! Dat doen ze zeker als de consumenten daarvoor gaan zorgen… Tsja, wie weet. Je kunt daarover zo je twijfels hebben, zoals Jaap Tieleke in zijn vorig jaar verschenen Een beter milieu begint niet bij jezelf (Das Mag, 239 pp., €23,99, e-versie €9,00). Natuurlijk: alle beetjes helpen, maar zo schrijft Tielbeke: “zonder strengere regelgeving slagen we er (…) niet in om ons collectieve gedrag wezenlijk te veranderen. De vleesconsumptie is tussen 2005 en 2017 bijvoorbeeld nauwelijks afgenomen”. In De Groene van 25.6.2020 een voorpublicatie – zie https://www.groene.nl/artikel/de-mythe-van-de-groene-consument. Meer info: https://dasmag.nl/shop/jaap-tielbeke-een-beter-milieu-begint-niet-bij-jezel
Zoveel is duidelijk: alleen kun je niet zo veel. Dat blijkt ook uit een in 2019 verschenen bundel over lokale burgerinitiatieven Plekken van hoop en verandering, over, zo belooft de ondertitel: Samenwerkingsverbanden die lokaal verschil maken. Het boek bestaat uit drie delen. Een Vooraf met o.a. aandacht voor de wijk als plek van verandering, een deel over De praktijk, met daarin o.a. een bijdrage van Kees Stam en Gert-Joost Peek over de Rotterdamse Voedseltuin, en een laatste deel met Reflectie waarin gepoogd wordt een aantal vragen te beantwoorden, zoals Vrij spel voor de burger? en Doen professionals er nog toe ? Guido Walraven en Nico de Vos zijn hoopvol, zo blijkt uit hun slotbeschouwing: de initiatiefnemers van allerhande projecten “maken duidelijk dat er een zeker momentum is om bij voortgaande gezamenlijke inspanningen vanuit plekken van hoop verdere stappen in maatschappelijke verandering te zetten. Het is tijd voor anders denken en doen” (Gerben Helleman e.a. (red), Utrecht (Eburon) 2019, 185 pp.,€24,00).
Interessant tegen deze achtergrond is de studie van Literair-historisch Francesco Boldizzoni, Fortelling the end of capitalism. Intellectual misadventures since Karl Marx (Harvard UP, 326 pp., € 39,99). Boldizzoni geeft een antwoord op de vraag waarom de vele voorspellingen van het einde van het kapitalisme niet uitkwamen, terwijl hij al doende vooral ook laat zien hoe het kapitalisme werkt. Ik miste overigens de analyse van DDR-dissident en latere Grüne-aktivist Rudolf Bahro (1935-1997) die in zijn Die Alternative (1977) betoogde dat het kapitalisme niet aan klassentegenstellingen ten onder zou gaan maar door de principiële onmogelijkheid om binnen het systeem de systeem-eigen milieu-problemen adequaat op te lossen.
Dus toch maar in actie komen? Ik noemde eerder Henk Oosterling’s boek Verzet in ecopanische tijden. Recensies heb ik nog altijd niet voorbij zien komen. Ik kan wel een interview met Oosterling over zijn boek melden: https://www.nemokennislink.nl/publicaties/je-kunt-je-niet-onttrekken-aan-het-klimaat/
Een belangrijke rol in dit boek speelt Albert Camus’ alternatief voor Descartes’ roemruchte cogito. Niet diens Ik denk dus ik ben maar Wij verzetten ons dus wij zijn, waarmee Camus vooral ook het belang van het collectieve benadrukte.
Nauur- en tuinboeken: ze zijn dezer dagen niet aan te slepen, de boeken over vogels, insecten, bomen en tuinieren. Hoe schaarser die natuur wordt, hoe groter het sentiment, zo lijkt het. In De Volkskrant (4.7.2020) een beschouwing over het bloeiende natuurboek. Journalist Jean-Pierre Geelen komt in zijn analyse echter niet verder dan dat uitgevers elkaar vooral naäpen. Dat verklaart mij dunkt hooguit het grote aanbod, niet of nauwelijks de verkoop. Romke van der Kaa zou in zijn boek De onderwereld van de tuin onbedoeld wel eens een verklaring geven voor dit succes van het genre. Hij ziet de tuin, aldus Geelen, als “hoogst individueel koninkrijkje, een verzetshaard tegen de boze buitenwereld waarop de somberaar zich kan vastklampen aan zijn zelfgezaaide strohalmen. (..) De tuin kunnen we zelf in stand houden en desgewenst herstellen”. De tuin dus als een soort Tijdelijke Autonome Zone dus, een begrip dat ooit gemunt werd door de Amerikaanse dichter Hakim Bey. Een argument dat hier op lijkt trof ik in Sue Stuart-Smith’s verrassende boek The well gardened mind. The restorative power of gardenia (Londen, William Collins, ca. €27,50, Nederlandse vertaling Tuinieren voor de geest, Amsterdam, Bezige Bij, 320 pp., €24,99). Ik ontdekte het boek via een artikel van Rebecca Mea in The New Yorker (24.8.2020), zie ook hier: https://www.newyorker.com/magazine/2020/08/24/the-therapeutic-power-of-gardening Sue Stuart-Smith blijkt een psychiater. Haar boodschap: “In bleak times, a garden’s cyclical repenishment promises some kind of future”. Tuinieren is gezond, goed voor hartslag en bloeddruk, maar dus vooral ook de mentale gezondheid: tuinieren geeft hoop! Door corona verloren mensen de grip op hun leven. “Gardening has been a solace to so many (…) because it invokes the prospect of some kind of future, however certain it may be”. Zij geeft daarmee denk ik en passant ook een verklaring voor de absurde records in de omzetten van tuincentra in deze corona-tijden. Zie bijvoorbeeld de rubriek Prikkel in de Volkskrant (29.5.2020) onder de kop Potgrond tot over de plinten.
Volkskrant-journalist Mac van Dinther schreef voor zijn krant geruime tijd over voedselbossen in het algemeen en Ketelbroek in het bijzonder. Daar is vorig jaar ook een boek van gemaakt. Van Dinther beschrijft hierin de vier seizoenen in een voedselbos. Daarnaast geeft hij een goed overzicht van eetbare planten – en dus ook wat van die onvermijdelijke recepten. Nieuw voor mij: er bestaan ook winterharde citroenen (Het Voedselbos. Vier seizoenen Ketelbroek, Amsterdam (Podium), 176 blz.€ 29,99).
De opbrengst van dit boek, zo meldde een advertentie voor dit boek in De Volkskrant, gaat naar de Stichting Voedselbosbouw Nederland. Gelijk die Stichting maar even opgezocht, zie https://www.voedselbosbouw.org/ Prima website, je vindt er o.a. een aantal van Van Dinther’s oorspronkelijke Volkskrant-artikelen, zoals dat mooie artikel (De Volkskrant 28.11.2018) waarin voedselbosboer Wouter van Eck – oprichter van de genoemde stichting (in het bestuur trof ik trouwens ook de naam van permacultuurkenner Fransjan de Waard) de mooie uitspraak doet Wij zijn luie boeren.
En ja, ook in Rotterdam zijn zoals bekend voedselbossen. Onder meer bij Trompenburg, meer daar over lees je hier: https://www.trompenburg.nl/voedselbos/
SLT-redacteur Paul de Graaf is daarbij betrokken, ook bij een voedselbos in Vlaardingen : https://www.voedselbosvlaardingen.nl/ Dat Vlaardingse voedselbos haalde ook de NRC-rubriek Vrijzijn is.., zie de aflevering Vrijzijn is oogsten in een voedselbos (17.9.2020). Een digitale versie vind je hier https://www.nrc.nl/nieuws/2020/09/17/vrij-39-a4012310.
Terug naar de natuurboeken. Ik noem hier het uit het Engels vertaalde Hoe help ik dieren in mijn tuin van Helen Bostock en Sophie Collins. Een leuk, praktisch boekje met antwoorden op vragen waar ik zelf als nieuwbakken tuinbezitter zelf ook mee worstelde. Zoals met de vraag: Hoe krijg ik meer kleine vogels in mijn tuin (in plaats van die eksters, stadsduiven en, vooral, die vreselijk schreeuwende grasparkieten). Het boek heeft gelukkig een prima index, zo dat je ook de antwoorden op je vragen vinden kunt (KNNV Zeist, 2020, 224 pp., € 21,95, bestellen via https://knnvuitgeverij.nl/artikel/hoe-help-ik-de-dieren-in-mijn-tuin.html
Vermeldenswaard is ook Volkstuinverhalen van Suzanne de Boer en Marieke de Geus. Meer een “leesboek” dus – al is het zeker niet de bedoeling dat de lezer in zijn of haar stoel blijft zitten. Achtereenvolgens worden de 4 (tuin)seizoenen behandeld waarbij het eerste lemma steeds luidt:… klussen! Klussen in de lentetuin, klussen in de zomertuin, enzovoorts. Pas daarna komen de verhalen. Over van alles. Een leuk, “gezellig” en wie weet zelfs inspirerend lees- en blader-boek, maar als je echt concrete informatie over iets zoekt dan ben je wel even bezig: het heeft namelijk geen index! (KNNV Zeist, 2020, 192 pp., €21,95).
Ook het boek Hypernatuur, met als ondertitel, planten met het oog op toekomst, wil ik hier noemen. Ik was wel benieuwd naar dat begrip “hypernatuur” namelijk. Maar helaas, de term blijkt slechts te verwijzen naar de aangelegde, bedachte want vormgegeven natuur waarvan in elke tuin nu eenmaal sprake is. Het idee van de samenstellers is dat je met meer kennis van zaken een mooiere tuin kunt aanleggen: dat zal niemand ontkennen lijkt me zo. De hyperste tuin is dus de mooiste !? (Noordboek, 256 pp., met register, €35,00).
Ton Denters’ Stadsplanten.Veldgids voor de stad was een fraaie gids die helaas lange tijd slechts antiquarisch (en dus doorgaans prijzig !) verkrijgbaar was. In 2019 verscheen dan eindelijk een nieuwe editie: Stadsflora van de Lage Landen (Amsterdam, Fontaine, 448 pp. €34,99). Ook in deze nieuwe uitgave een aantal stadswandelingen, van Alkmaar tot Zutphen (onder meer Zwolle ontbreekt dus!). Met, jawel, ook een wandeling door Rotterdam “met zijn voortdurend veranderlijke flora”. De wandeling gaat onder meer over het “bezielde basalt” op de Maasboulevard. Beetje jammer is wel dat Blue City gemeden wordt, want er moet, komend uit zuiderlijke richting, ergens vóór het voormaslige Tropicana worden overgestoken (p. 412).
Tot slot het verschijnsel voedselbank. Er zijn, ook in Rotterdam, stadslandbouwprojecten die groenten en fruit leveren aan voedselbanken. Door corona steeg de voedselbank-klandizie enorm. In januari 2019 meldde de landelijke organisatie van voedselbanken nog op zoek te gaan naar meer klanten. “Omdat we steeds meer eten ophalen”, aldus een woordvoerder toen in NRC Handelsblad (25.1.2019). Dat kwam allemaal wat anders te liggen. Natuurlijk is het een goede zaak dat mensen mede dankzij de voedselbanken te eten hebben. En natuurlijk was het ook verstandig dat ene Ahmed Aboutaleb als Staatssecretaris van Sociale Zaken ooit – dat was in 2008, zie bijv. httpss://www.nrc.nl/nieuws/2008/12/04/aboutaleb-wil-grotere-rol-gemeenten-bij-armoede-11649463-a673742 – de bestuurlijke conferentie Voedselbanken en gemeenten, samen aan tafel organiseerde. Sociale diensten ontkenden daarvoor nogal eens dat die Voedselbanken in een behoefte voorzagen. In een toespraak (3.12.2008) stelde Aboutaleb zelfs dat sociale diensten niet zouden moeten doorverwijzen naar voedselbanken. Hij beschouwde het bestaan van voedselbanken als een smet op het blazoen van de sociale zekerheid. Hij bepleitte toen structurele, duurzame hulp voor de mensen die buiten de sociale-dienst-boot vielen. Zie https://www.binnenlandsbestuur.nl/sociaal/nieuws/aboutaleb-armen-niet-naar-voedselbank-verwijzen.95829.lynkx
“Te eten hebben” is immers een recht, geen gunst.
De supermarkten proberen er intussen bovendien hun soms dubieuze reputatie – slechte prijzen voor de boeren, om maar eens wat te noemen! – mee glad strijken. Helemaal van de gekken is het natuurlijk dat supermarkten soms zelfs hun klanten vragen om iets extra’s te kopen en dat vervolgens te doneren aan het goede doel. Dat zou ik toch verdienen aan andermans ellende willen noemen…
Intussen ervaren de voedselbankklanten zelf heel vaak schaamte. Zie hierover bijvoorbeeld het artikel Ervaringen van schaamte en psychologisch lijden door voedselbankklanten van Hille Hoogland en Jonathan Berg (Journal of Social Intervention, 25( 2016): 1 , pp. 71–89 of Hilje van der Horst Stefano Pascucci Wilma Bol, The “dark side” of food banks? Exploring emotional responses of food bank receivers in the Netherlands, in: British Food Journal, 116 (2014): 9, pp. 1506-1520.
“Voedselbanken tonen noodzaak van een armoedebeleid”, stond er dan ook terecht boven een paar jaar terug boven een artikel op de sociologenwebsite Sociale Vraagstukken, zie https://www.socialevraagstukken.nl/voedselbanken-tonen-noodzaak-van-een-armoedebeleid/
Pervers zou je tegen deze achtergrond bijvoorbeeld een inzamelingsactie onder Rotterdamse gemeente-ambtenaren in kunnen noemen die, zo meldde de Vrienden van de Voedselbank destijds op hun facebook-pagina zo’n €800 opleverde… Zouden die gemeente-ambtenaren niet beter ‘gewoon’ kunnen zorgen voor een goed armoede-beleid, zoals ooit bepleit door onze burgemeester? Samen tegen de Voedselbank dus, zoals ook sociaal-filosoof René Gabriëls bepleit: “Mooi dat mensen zich inzetten voor de voedselbank, maar eigenlijk moeten we de oorzaak aanpakken, namelijk de armoede”. Een interview met Gabriëls over voedselbanken vind je hier https://l1.nl/samen-tegen-de-voedselbank-6635
Ook de Ierse socioloog Colin Sage, lid van de Food Council in Cork bepleitte food policy in plaats van foodbanks, zie bijvoorbeeld zijn http://corkfoodpolicycouncil.com/wp-content/uploads/2016/02/OrganicMattersArticle.pdf
Food security is een begrip in dit verband gesmeed werd. Er bestaat zelfs een academisch tijdschrift dat Food Security heet. Een voorbeeld uit dit blad is een artikel waarin de vraag wordt opgeworpen welke rol onder meer stadslandbouw zou kunnen spelen, zie https://link.springer.com/article/10.1007/s12571-020-01058-3 In de VS gebruikt men in dit verband ook verwante begrippen als food justice en food sovereignity. De laatste term wordt ook gebruikt door de Wageningse Boerengroep, zie https://www.boerengroep.nl/topics/foodsovereignty/
Het beste nieuws tot slot. Er gaat geïnvesteerd worden in lokale stadsgerichte landbouw in en voor Rotterdam. Lees er hier meer over!
Reacties op en suggesties voor deze rubriek graag naar ceesbronsveld@post.com
.